Spelen met verschillende tonen
2.
Gebruik de q en w pijltoetsen om een van
de onderstaande items te selecteren.
Display-
Beschrijving
naam
Beat
Maatslag (Beat). Specificeert de
maatslaginstelling. De eerste
maatslag van elke maat is een
belgeluid terwijl de resterende
maatslagen klikgeluiden zijn.
• Bij een maatslaginstelling van
"0" wordt een klikgeluid
weergegeven zonder dat er een
belgeluid is.
Tempo
Tempo (Tempo). Stelt het tempo in.
• Druk de u en i pijltoetsen
tegelijk in om het tempo van de
laatst geselecteerde
orkestbegeleiding/
muziekbibliotheek-melodie in te
stellen. Als een opnamefunctie
wordt gebruikt, wordt bij deze
bediening een tempo van 120
ingesteld.
Volume
Volume (Volume). Stelt het volume
van de metronoom in.
3.
Gebruik de u (–) en i (+) pijltoetsen om de
instelling te veranderen.
4.
Druk op de EXIT toets om het instelscherm te
verlaten.
• Wanneer de metronoomsnelheid (tempo) wordt
veranderd, zal tevens het afspeeltempo van de
melodieën van de muziekbibliotheek en de MIDI-
recorder veranderen.
NL-22
Veranderen van het
aanslagvolume naar
Instelbe-
aanslagdruk (Aanslagvolume)
reik
0 t/m 9
Het aanslagvolume verandert het toonvolume in
overeenkomst met de aanslagdruk (snelheid). Dit geeft
u hetzelfde uitdrukkingsvermogen als bij een
akoestische piano.
20 t/m 255
0 t/m 127
Veranderen van de
aanslagvolumegevoeligheid
Gebruik de onderstaande procedure om de
gevoeligheidsinstelling te veranderen die bepaalt hoe
noten veranderen afhankelijk van hoe snel de toetsen
ervan worden ingedrukt. Selecteer de
gevoeligheidsinstelling die het meest overeenkomt met
uw speelstijl.
1.
Druk op de SETTING toets om het
instelscherm weer te geven.
2.
Gebruik de q en w pijltoetsen om
"Keyboard" te selecteren en druk dan op de
ENTER toets.
K e y b o a r d > E n t
3.
Gebruik de q en w pijltoetsen om "Touch
Response" te selecteren.
T o u c h R e s p o n s e
Sneller aanslaan geeft
luidere noten.
Langzaam indrukken
produceert zachtere
noten.
Probeer niet al te veel
druk uit te oefenen.