8.
Om de lagen te annuleren en over te
schakelen naar een enkele toon (Hoger 1),
drukt u op de LAYER toets of EXIT toets.
• Bij enkele malen indrukken van de LAYER toets
wordt er beurtelings omgeschakeld tussen ongelaagd
(één toon) en gelaagd (twee tonen).
• Bij het activeren van de duetfunctie (pagina NL-17) of
de duet-pan functie wordt de lagenfunctie
uitgeschakeld.
• Configureren van lageninstellingen wordt niet
ondersteund in geval van opname op Spoor 2 van de
MIDI-recorder.
Instellen van de volumebalans tussen
twee gelaagde tonen
1.
Houd de LAYER toets ingedrukt totdat het
onderstaande scherm verschijnt.
2.
Gebruik de q en w pijltoetsen om "Layer
Balance" te selecteren.
L a y e r B a l a n c e
3.
Gebruik de u (–) en i (+) pijltoetsen om de
volumebalans tussen de lagen in te stellen.
• –1 of lager: Het volume van de Hoger 1 toon wordt
verhoogd.
+1 of hoger: Het volume van de Hoger 2 toon wordt
verhoogd.
0: Het volume van Hoger 1 en Hoger 2 is hetzelfde.
• Het instelbereik loopt van –24 t/m +24.
4.
Om terug te keren naar het scherm waar u
was voordat stap 1 van deze procedure werd
uitgevoerd, drukt u op de EXIT toets.
Veranderen van de octaaf van elke laag
U kunt de onderstaande procedure gebruiken om de
octaaf van elke laag te veranderen.
1.
Houd de LAYER toets ingedrukt totdat het
onderstaande scherm verschijnt.
2.
Gebruik de q en w pijltoetsen om de laag
te selecteren waarvan u de octaaf wilt
veranderen.
• Hoger 1: Selecteer "Upper1 Octave".
Hoger 2: Selecteer "Upper2 Octave".
3.
Gebruik de u (–) en i (+) pijltoetsen om de
octaaf te veranderen.
• +1 of hoger: De octaaf wordt met de opgegeven
waarde verhoogd.
–1 of lager: De octaaf wordt met de opgegeven
waarde verlaagd.
0: De octaaf keert terug naar de oorspronkelijke
instelling.
• Het instelbereik loopt van –2 t/m +2.
4.
Om terug te keren naar het scherm waar u
was voordat stap 1 van deze procedure werd
uitgevoerd, drukt u op de EXIT toets.
Spelen met verschillende tonen
NL-19