5.4
Smeerolie controleren
De pompen zijn bij levering voorzien van olie. Daarbij kan het zijn dat de olie enigszins donker ver-
kleurd is door grafieterosie. Dit heeft geen invloed op de prestaties van de pomp.
a) Controleer het smeeroliepeil bij het kijkglas
(Afb. 2/I) en zo nodig bijvullen.
b) De smeerolie (zie voor de juiste soorten hoofdstuk
7.6 "Smeerolie") bij het olievulpunt (Afb. 2/H) tot
de bovenkant van het kijkglas (Afb. 2/I) bijvullen.
c) Olievulpunt sluiten.
5.5
Motor aansluiten
GEVAAR
LET OP
De elektrische motorgegevens zijn op het gegevensplaatje (Afb. 2/N) of het motorgegevensplaatje vermeld.
De motoren zijn conform DIN EN 60034 en zijn uitgevoerd in beschermingsgraad IP 55 en isolatieklasse F.
Het bijbehorende aansluitschema bevindt zich in de klemmenkast van de motor (vervalt bij de uitvoering met
stekkeraansluiting).
Toegestane toleranties:
• ± 5 % spanningsafwijking
• ± 2 % frequentieafwijking
a) De motorgegevens moeten worden vergeleken met de gegevens van het aanwezige stroomnet
(stroomsoort, spanning, netfrequentie, toegestane stroomsterkte).
b) De draairichting van de motor moet met de draairichtingspijl (Afb. 2/O) op de motorflens overeenkomen.
Draairichting controleren!
c) Motor via de stekkeraansluiting of direct aan klemmenkasten aansluiten.
Voor de beveiliging is er een motorbeveiligingsschakelaar en voor de trekontlasting van de aansluitkabel
is er een kabelwartel aangebracht.
Wij adviseren het gebruik van motorbeveiligingsschakelaars waarvan de uitschakeling na enige
tijd plaatsvindt, afhankelijk van een eventuele te hoge stroomsterkte. Een kortstondige te hoge
stroomsterkte kan optreden bij de koude start van de machine.
Levensgevaar door niet deskundige elektrische installatie!
Een niet-deskundige of onjuist uitgevoerde elektrische installatie kan tot ern-
stig letsel en zelfs de dood leiden. De totale elektrische installatie kan verstoord
raken.
Ø De elektrische installatie mag alleen door een elektricien worden uitgevoerd
en met inachtneming van EN 60204.
Ø De hoofdschakelaar moet door de exploitant worden geïnstalleerd.
Ø De motor moet via een motorbeveiligingsschakelaar worden beveiligd. Deze
moet door de exploitant worden geïnstalleerd.
Materiële schade door onjuiste energietoevoer!
Onjuiste bedrijfsspanningen, frequenties of stroom kunnen leiden tot verminder-
de prestaties of beschadiging van de machine.
Ø De omstandigheden op de plaats van gebruik moeten overeenstemmen met
de informatie op het motorgegevensplaatje.
Afb. 5 Oliepeil
www.gd-elmorietschle.com © Gardner Denver Schopfheim GmbH
Opstelling
19
|