H. Op een helling maaien
1.
Alle hellingen vereisen extra voorzichtigheid. Als u merkt dat de maaier te weinig tractie op de
helling heeft, is de helling te steil om te maaien. Nat gras zal de tractie verminderen, zodat de
maaier op de helling kan slippen en wegglijden. Dit kan ernstige letsels en schade aan eigendom
veroorzaken.
2.
Meet voor uw veiligheid de helling voor u de maaier op hellend terrein gebruikt. Gebruik een
meetinstrument voor de hellingsgraad voor u de maaizones afbakent of deze maaier op hellend
of heuvelachtig terrein gebruikt. Er bestaan ook smartphone-apps om hellingen te meten. Als de
helling groter is dan 24 graden (45%), kan de maaier uit de maaizone glijden.
3.
Maai niet op hellingen van meer dan 24 graden (45%).
4.
Gebruik de maaier in geen enkele situatie waarin de tractie of de stabiliteit onzeker is. Verzeker
u altijd van de geschiktheid van het te maaien terrein. Een maaier die kantelt of over de kop gaat,
kan ernstige persoonlijke letsels of schade aan eigendom veroorzaken.
5.
Houd ten minste 1,2 meter afstand van scherpe hoogteverschillen, grachten, hellingen of oevers,
om te verzekeren dat de maaier de maaizone niet verlaat. Dat kan de maaier beschadigen of
ernstige letsels veroorzaken.
I. Onderhoud en speciale instructies
1.
Houd de maaier in goede staat van werking. Vervang versleten, beschadigde of kapotte onderdelen.
U vindt de artikelnummers van de accu's, messen en voedingen in het boekje 'Bijkomende
informatie'.
2.
Wijzig niets aan de maaier, om ernstige letsels te vermijden.
3.
De messen van de maaier zijn scherp. Omwikkel het mes of draag handschoenen en wees extra
voorzichtig wanneer u het mes vervangt.
4.
Schakel de maaier altijd uit door de veiligheidssleutel te verwijderen voor u de maaier onderhoudt,
een blokkering van het of de messen en/of wielen verwijdert of de maaier inspecteert. Probeer
nooit de maaier te herstellen of af te stellen terwijl hij werkt. Controleer of het mes en alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voor u de maaier schoonmaakt, repareert of
nakijkt.
5.
Het mes moet binnen twee (2) seconden na het indrukken van de rode STOP-knop volledig tot
stilstand komen. Als u niet binnen twee (2) seconden hoort dat het mes tot stilstand is gekomen,
moet de maaier professioneel worden onderhouden door een erkende dealer voor u hem weer
gebruikt.
6.
Gebruik nooit een hogedrukreiniger of de tuinslang om de maaier schoon te maken. Water kan
onderdelen en de programmeerbare controller beschadigen. Gebruik een vochtige doek om het
scherm schoon te vegen.
7.
Inspecteer het mes visueel op schade (bv. abnormale slijtage, verbogen, gebarsten). Vervang het
mes uitsluitend door een mes van de oorspronkelijke fabrikant (OEM). Andere messen zullen niet
goed passen en kunnen onveilig zijn.
8.
Het gebruik van reserveonderdelen die niet aan de originele specificaties voldoen, kan de prestaties
aantasten en de veiligheid in het gedrang brengen.
9.
Stop de maaier als u een vreemd voorwerp hebt geraakt of als de maaier vastloopt. Inspecteer de
maaier zorgvuldig op schade. Repareer de schade voor u de maaier weer start en bedient.
10. In zones dichtbij een plaats waar kinderen spelen, waterlichamen, steile hellingen of de openbare
weg, moet u de perimeterdraad aanvullen met een harde begrenzing (hout/steen) van ten minste
6 cm hoogte, om te vermijden dat de maaier de maaizone verlaat.
8