De aansluitblokken aanbrengen
Breng de aansluitblokken als volgt aan in de eenheid:
1
Plaats een hoek van het blok in de sleuf (zie a).
2
Druk het blok in de lengte in de sleuf totdat het op zijn plaats 'klikt'. De
twee haken aan de bovenkant van het blok moeten zichtbaar zijn (zie
c).
a
Tabel 2: Aanduidingen van kabelaansluitklemmen
(Opmerking: de aansluitingen met aanduiding KAN2 zijn alleen beschikbaar
op 2-kanaals modellen)
Nr.
Functie
1
Ext voedingsingang +
2
Ext voedingsingang -
3
Hulpvoedingsingang +
4
Hulpvoedingsingang -
5
NC-alarm relais
6
C- alarm relais
7
NO- alarm relais
8
NC- alarm relais
9
C- alarm relais
10
NO- alarm relais
11
NC- storing relais
12
C- storing relais
13
NO- storing relais
14
NC- storing relais (AUX)
15
C- storing relais (AUX)
16
NO- storing relais (AUX)
17
Signaalgevers uitgang 1 -
18
Signaalgevers uitgang 1 +
19
Signaalgevers uitgang 2 -
20
Signaalgevers uitgang 2 +
21
Instelbare ingang +
22
Instelbare ingang -
23
NC- vooralarm relais
24
C- vooralarm relais
25
NO- vooralarm relais
26
NC- vooralarm relais
27
C- vooralarm relais
28
NO- vooralarm relais
RELAIS
ALARM 1 of 2
VOORALARM 1 of 2
STORING 1 of 2
Signaalgever 1 of 2
D200-101-01
b
c
Primaire voedingseenheid
Primaire voedingseenheid
Standaard niet gebruikt
Standaard niet gebruikt
KAN1
KAN1
KAN1
KAN2
KAN2
KAN2
KAN1
KAN1
KAN1
KAN2
KAN2
KAN2
EOL-weerstand 47 kΩ
EOL-weerstand 47 kΩ
(Reset)
Standaard is actief =
kortgesloten (onbewaakt)
(Reset)
KAN1
KAN1
KAN1
KAN2
KAN2
KAN2
HANDELING:
Ingeschakeld wanneer een kanaal zich
bevindt in ALARMTOESTAND
Ingeschakeld wanneer een kanaal zich
bevindt in VOORALARMTOESTAND.
Wanneer een STORINGSTOESTAND op
Kan1 of Kan2 of een gemeenschappelijke
STORING zich voordoet. Storing wordt
ook aangegeven in SERVICE-modus en
wanneer de stroomtoevoer naar de
eenheid is onderbroken.
Ingeschakeld wanneer een kanaal zich
bevindt in de toestand ALARM /
VOORALARM. Signaalgevers 1
correspondeert met Kan1 en
Signaalgevers 2 correspondeert met
Kan2
Tabel 3a: elektrische specificaties relais
SPECIFICATIES
MIN.
Contactstroom
Levensduur
10
5
WAARSCHUWING: overschakelen van inductieve belastingen
FAAST LT-200
FAAST LT-200
T1
FAAST LT-200
T2
T3
T4
T5
T6
T7
T8
T9
T10
Tabel 3: relais
OPMERKINGEN
Standaardtoestand = niveau 1.
Alarmtoestand is standaard vergrendeld.
Een handmatige RESET is noodzakelijk
om LED en relais te deactiveren.
Standaardtoestand = niveau 1. OPMERKING:
Wanneer VOORALARM = ALARM = Niveau 1,
reageert VOORALARM in feite op 70% van
Niveau 1.
Storingstoestand is niet vergrendeld
(standaard)
Standaardtoestand = ingeschakeld in ALARM.
MAX
EENHEDEN
OPMERKINGEN
2
A
30 VDC resistieve belasting
0.5
A
30 VAC resistieve belasting
Bewerkingen
5
~
1N6284CA
P
R
r
L
C
P
L
C
I56-6574-006