Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

System Sensor FL0111E-HS Beknopte Installatiehandleiding pagina 10

Inhoudsopgave

Advertenties

WAARSCHUWING
Het leidingstelsel schoonmaken met perslucht
Perslucht die door het systeem blaast kan de ventilator beschadigen.
Zorg ervoor dat het FAAST LT-200 systeem is afgesloten of is
losgehaald van het leidingstelsel voordat u met deze procedure
begint.
USB-verbinding
PC-connectiviteit is beschikbaar via een ingebouwde USB B-poort die
zich bevindt op een centrale positie tussen het filter en het deksel van de
sensor (zie figuur 9, eerder in deze handleiding). De USB-interface geeft u
toegang tot de PipeIQ-toepassingssoftware, uitgevoerd op een PC.
Opmerking: De USB-verbindingskabel moet tijdens normaal bedrijf
worden verwijderd.
Standaardinstellingen wijzigen / leiding stelsel controleren
Als u een van de standaardopties wilt wijzigen of de functie voor het
ontwerpen van een leiding stelsel wilt gebruiken, moet u de detector
verbinden met een PC/laptop waarop de PipeIQ-software is geïnstalleerd.
Raadpleeg de FAAST LT-200 Advanced Setup and Control Guide voor meer
informatie over complexe installaties waarbij uitgebreidere functionaliteit
wordt gebruikt (alleen ervaren gebruikers).
PipeIQ™ SOFTWARE
De PipeIQ-software is beschikbaar op stick F-USB-PPIQ (afzonderlijk
verkocht) of download de laatste versie op
www.systemsensoreurope.com.
Opmerking 1: Het is sterk aan te bevelen enige vorm van training te
volgen alvorens een versie van PipeIQ te gebruiken (neem contact
op met uw distributeur voor informatie hierover). De hier verstrekte
informatie is slechts een beknopte introductie.
Opmerking 2: Om een FAAST LT-200 te verbinden met een PC via de
USB-poort, moet de PipeIQ-software worden uitgevoerd op de PC en moet
het apparaat zich bevinden in de modus Onderhoud (zie Toegangscode
voor modus Onderhoud invoeren, eerder in de handleiding).
De eerste keer een FAAST LT-200-apparaat aansluiten op een PC
Minimale systeemvereisten
Microsoft Windows Vista, 7, 8 of 10, XP - SP3 (niet aanbevolen).
1 GB RAM.
Grafische hardware met 128 MB aan geheugen en ondersteuning voor
OpenGL 2.0 of hoger.
5 GB vrije schijfruimte
Wanneer de installatie van PipeIQ is voltooid:
1) Open PipeIQ op de PC, zet het apparaat in de modus Onderhoud en
open de voordeur van het apparaat door de twee kruiskopschroeven
los te draaien.
2) Sluit een USB-kabel aan tussen de interne poort in het midden van
het apparaat en een vrije USB-poort op de PC (zorg ervoor dat de
USB-stekker volledig in de FAAST LT-200-poort wordt gedrukt tot deze
vastklikt). Het apparaat bevindt zich nu in de modus Onderhoud op
afstand.
De USB-verbinding moet binnen 5 minuten na het invoeren van de
toegangscode voor de modus Onderhoud tot stand worden gebracht.
Wanneer voor het eerst een verbinding wordt gemaakt tussen
een PC met PipeIQ en een FAAST LT-200-apparaat, worden de
stuurprogramma's voor de USB-poort geïnstalleerd.
3) Open het projectbestand (.mdf-bestand) dat is geassocieerd met
het gebruikte FAAST LT-200-apparaat in PipeIQ. Als nog geen
projectbestand is gemaakt, klikt u op Nieuw en maakt u een nieuw
project. Accepteer de disclaimer van PipeIQ, en selecteer de
maateenheden, het apparaattype en het aantal kanalen. Controleer
of het geselecteerde apparaattype overeenkomt met het type
FAAST LT-200-apparaat dat wordt gebruikt. In het project wordt
uitgegaan van de standaardconfiguratie van een apparaat.
4) Klik in het linkerdeelvenster van PipeIQ met de linkermuisknop op het
FAAST LT-200-apparaat structuur om het te selecteren.
Klik met de rechtermuisknop op het FAAST LT-200-pictogram in het
linkerdeelvenster om het menu te openen. Klik op Verbinding maken
met apparaat.
Opmerking: om alle verbindingsopties te kunnen gebruiken, moet
een gebruiker met het FAAST LT-200-apparaat zijn verbonden als
Beheerder. Selecteer het vakje Beheer en voer het wachtwoord van
de Beheerder in om toegang te verkrijgen tot deze extra opdrachten.
D200-101-01
De toegangscode voor de Beheerder is gelijk aan de toegangscode
voor Onderhoud op afstand (standaard 3111).
5) Klik op Verbinding maken. Een detector is verbonden wanneer een
klein groen vinkje op het apparaatpictogram te zien is. FAAST LT-200
verbonden verschijnt linksonderaan op het scherm.
6) Selecteer de tab Configuratie, Ontwerp of Monitoren onder aan het
scherm, afhankelijk van welke bewerkingen noodzakelijk zijn.
Zie de FAAST LT-200 Setup and Troubleshooting Guide voor
meer informatie over het gebruik van PipeIQ in combinatie met de
FAAST LT-200. Meer informatie over de tabs Configuratie, Ontwerp en
Monitoren in PipeIQ is te vinden in de FAAST LT-200 Advanced Setup and
Control Guide.
De ventilatorsnelheid instellen
Voordat elke FAAST LT-200-eenheid de fabriek verlaat, wordt een
standaard referentiewaarde voor de luchtsnelheid ingesteld. Deze is
afgestemd op een optimale luchtstroom van circa 45 l/min. Er wordt een
standaard boven- en onderlimiet vastgesteld om ervoor te zorgen dat een
flowstoring wordt gegenereerd wanneer de luchtstroom 20% hoger of lager
is dan de referentiewaarde. De ventilatorsnelheid van de FAAST LT-200
kan voor elk kanaal worden ingesteld op automatische of handmatige
besturing. Gebruik in normaal bedrijf de automatische modus.
0832 22
FL0111E-HS: DOP-ASP022
FL0112E-HS: DOP-ASP023
FL0122E-HS: DOP-ASP024
Honeywell Products and Solutions Sàrl
(Trading as System Sensor Europe)
Zone d'activités La Pièce 16
CH-1180 ROLLE, Switzerland
System Sensor Europe
Pittway Tecnologica S.r.l.
Via Caboto 19/3
34147 TRIESTE
Italië
10
2831 18
DoP Ref:
EN54-20: 2006
Klasse A, B en C
Aspiratierookmelders
I56-6574-006

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fl0112e-hsFl0122e-hs

Inhoudsopgave