Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de printer, kunt u de modem en de printer niet
gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken om te faxen terwijl u de computermodem
gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren waarop u de
printer kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:
Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (coupler) aanschaffen,
●
zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de
voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen,
seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.)
Afbeelding 8-15
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u de printer als volgt configureren:
●
Afbeelding 8-16
1
2
3
4
124 Hoofdstuk 8 Fax
Voorbeeld van een parallelle splitter
Achteraanzicht van de printer
Telefoonaansluiting op de wand
Gebruik een telefoonsnoer van minimaal 26 AWG en sluit deze aan op de poort
U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
Computer met modem
Telefoon
van de printer.
NLWW