PROCEDURE 2.
Nadat een scanprocedure is afgerond, is het mogelijk notities aan de meetresultaten toe te voegen. Deze notities worden
in de afdruk opgenomen. U kunt het scherm Notities openen via het scherm Scanresultaten.
Afbeelding 10.
Scherm Notities
X
GEEN AKTIE
BLAAS LEDIGING
KATHETERISATIE
LAAT BLAAS VULLEN
SEL
1.
Als u het onderzoekstype wilt wijzigen, drukt u op de knop ONDERZ TYPE om als volgt tussen de opties te
schakelen:
•
NA BLAASLEDIGING—De meting is uitgevoerd nadat de patiënt zijn/haar blaas heeft geleegd. Dit
onderzoekstype is standaard geselecteerd als het gemeten blaasvolume minder dan 100 ml is.
•
VOOR BLAAS LEDIGING—De meting is uitgevoerd voordat de patiënt zijn/haar blaas heeft geleegd. Dit
onderzoekstype is standaard geselecteerd als het gemeten blaasvolume tussen de 100 ml en 400 ml ligt.
•
CAPACITEIT—De meting is uitgevoerd voordat de patiënt zijn/haar blaas heeft geleegd en de blaas was tot de
maximale capaciteit gevuld. Dit onderzoekstype is standaard geselecteerd als het gemeten blaasvolume meer dan
400 ml is.
X
GEEN AKTIE
BLAAS LEDIGING
KATHETERISATIE
LAAT BLAAS VULLEN
SEL
2.
Als u de uitgevoerde actie wilt noteren als resultaat van de huidige blaasvolumemeting, druk dan op de knop SEL
om een van de volgende opties te selecteren.
•
GEEN ACTIE—Deze optie is standaard geselecteerd.
•
BLAAS LEDIGING—De patiënt kon zijn/haar blaas legen.
•
KATHETERISATIE—De blaas van de patiënt is geleegd met behulp van een urinekatheter.
•
LAAT BLAAS VULLEN—De blaas van de patiënt was niet vol genoeg en het legen is uitgesteld.
X
GEEN AKTIE
BLAAS LEDIGING
KATHETERISATIE
LAAT BLAAS VULLEN
SEL
32
NOTITIES TOEVOEGEN (OPTIONEEL)
ONDERZ
TYPE
ONDERZ
TYPE
ONDERZ
TYPE
NA-BLAAS LEDIGING
GEREED
NA-BLAAS LEDIGING
GEREED
NA-BLAAS LEDIGING
GEREED
Uitgevoerde actie
Onderzoekstype