• Snoei niet als u op een ladder staat, dit is
uiterst gevaarlijk.
• Stop de bosmaaier als het maaiblad een vreemd
voorwerp raakt. Controleer het maaiblad en de
bosmaaier; herstel eventuele beschadigde
onderdelen.
• Houd het maaiblad vrij van vuil en zand. Zelfs
een kleine hoeveelheid vuil kan het maaiblad
bot maken en de kans op kickout vergroten.
• Stop de motor voordat u de bosmaaier neer zet.
• Wees bijzonder voorzichtig en alert tijdens het
dragen van gehoorbescherming want dergelijke
apparatuur
kan
waarschuwende geluiden (roepen, signalen,
waarschuwingen, enz.) belemmeren.
• Wees uiterst voorzichtig bij het werken op
hellingen of ongelijkmatig terrein.
WAARSCHUWING:
onbuigzame maaibladen bij het snoeien in
gebieden met veel stenen. Weggeslingerde
voorwerpen of beschadigde maaibladen
kunnen leiden tot ernstig of dodelijk letsel bij
de operator of omstanders. Pas goed op voor
weggeslingerde voorwerpen. Draag altijd
goedgekeurde oogbescherming. Buig u nooit
over de beschermkap van het snijwerktuig.
Stenen, rommel, enz. kunnen naar boven
geslingerd worden en blindheid of ernstig
letsel veroorzaken. Houd onbevoegden op
afstand. Kinderen, dieren, nieuwsgierigen en
helpers moeten op 15 m afstand gehouden
worden. Zet de machine onmiddellijk uit als
iemand u benadert. Zwaai de machine nooit
rond voordat u gecontroleerd heeft wat er
achter u gebeurt om zeker te weten- dat er
niemand in de veiligheidszone staat.
Werktechnieken
Algemene werkinstructies
WAARSCHUWING:In dit deel worden de
fundamentele
beschreven voor het werken met kapzagen en
trimmers. Als u een situatie tegenkomt waarin
u niet zeker weet wat te doen dient u een
deskundige te raadplegen. Neem contact op
met uw dealer of onderhoudswerkplaats.
uw
vermogen
Gebruik
nooit
veiligheidsmaatregelen
Vermijd alle gebruik waarvan u denkt dat het
buiten uw capaciteiten valt. U moet het verschil
begrijpen tussen bos uitdunnen, gras opruimen
en grasmaaien voordat u begint.
Fundamentele veiligheidsvoorschriften
1. Kijk om u heen:
• Om ervoor te zorgen dat mensen, dieren of iets
anders uw controle over de machine niet kunnen
beïnvloeden.
• Om ervoor te zorgen dat mensen, dieren, enz.,
niet in aanraking komen met het snijwerktuig of
om
losse voorwerpen die door het snijwerktuig
weggeslingerd kunnen worden.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine
niet tenzij u in staat bent om hulp te roepen in
geval van een ongeluk.
2. Gebruik de machine niet bij slecht weer, zoals
dichte mist, hevige regen, sterke wind, intense
koude, enz. Werken bij slecht weer is vermoeiend
en brengt vaak extra risico's met zich mee, zoals
bevroren grond, enz.
3. Zorg ervoor dat u kunt bewegen en veilig staan.
Controleer het gebied om u heen op mogelijke
obstakels (wortels, rotsen, takken, sloten, enz.)
voor het geval u plotseling moet bewegen. Pas
extra goed op als u op een hellend terrein werkt.
4. Schakel de motor uit voordat u naar een ander
gebied loopt.
5. Zet de machine nooit op de grond met lopende
motor.
• Gebruik altijd de juiste uitrusting.
• Verzeker u ervan dat de uitrusting goed afgesteld
is.
• Organiseer uw werk zorgvuldig.
• Werk altijd vol gas wanneer u begint te snoeien
met het maaiblad.
• Gebruik altijd scherpe maaibladen.
WAARSCHUWING: Noch de operator van
de machine noch iemand anders mag het
gesnoeide materiaal verwijderen terwijl de
motor loopt of het snijwerktuig draait, dit kan
tot ernstig letsel leiden. Stop de motor en het
snijwerktuig voordat u materiaal verwijdert dat
NL
15