6
|
Installatie van de unit
Uitgebreide handleiding voor de installateur
28
b
a
Geleideplaat
b
Belangrijkste windrichting
c
Luchtuitlaat
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪
Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het geproduceerd
geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt.
Opmerking: Als het geproduceerd geluid in reële omstandigheden wordt
gemeten, kan de gemeten waarde omwille van omgevingsgeluiden en
geluidsreflecties groter zijn dan het in de specificaties onder Geluidspectrum
vermeld geluidsdrukniveau.
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
▪
Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de lucht. Plastic
onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken
veroorzaken.
Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te installeren, omdat deze
plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten:
▪
Waar de spanning veel schommelt
▪
In voertuigen of schepen
▪
In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen
Installatie aan de kust. Zorg ervoor dat de buitenunit NIET rechtstreeks aan
zeewind wordt blootgesteld. Dit om corrosie door het hoge zoutgehalte van de
lucht te voorkomen (kan de levensduur van de unit verkorten).
Installeer de buitenunit uit rechtstreekse zeewind.
Voorbeeld: Achter het gebouw.
a
Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan rechtstreekse
zeewind wordt blootgesteld.
▪
Hoogte van afscherming tegen wind≥1,5×hoogte van buitenunit
b
a
b
c
ARXM50-71+RXM42~71R2V1B + RXP50~71M2V1B + RXA42+50B2V1B +
RXF50+60B2V1B + RXF71A2V1B + RXJ50N2V1B + ARXF50~71A2V1B
R32 Split-reeks
4P513661-9J – 2020.05