In- en uitschakelen
Stroomtoevoer inschakelen/uitschakelen
Warmtepomp inschakelen.
1. Schakel de netspanning in, bijvoorbeeld met de
aparte zekering of een hoofdschakelaar.
2. Schakel de hoofdschakelaar in.
Na korte tijd verschijnt op het display de hoofdpa-
gina.
3. Log in met uw gebruikersnaam en wachtwoord.
U bent aangemeld.
Warmtepomp uitschakelen
Zonder onderbreking van de stroomtoevoer
Meetwaarden van de sensoren kunnen verder wor-
■
den opgevraagd
■
Diagnose op afstand/onderhoud is mogelijk
■
Vorstbescherming blijft actief
1. Log in met uw gebruikersnaam en wachtwoord.
U bent aangemeld.
2. Tip op de knop
.
De warmtepomp is uitgeschakeld.
Symbool
is rood.
Buitenbedrijfstelling (zonder vorstbescherming)
Aanwijzingen voor langere buitenbedrijfstelling
Geen vorstbescherming
■
De circulatiepompen kunnen komen vast te zitten.
■
■
Datum en tijd moeten evt. opnieuw worden ingesteld.
Bedien de hoofdschakelaar van de installatie.
De stroomtoevoer is onderbroken.
!
Opgelet
Zonder vorstbescherming kan het komen tot
toestelschade.
Bij buitentemperaturen lager dan 3 °C geschikte
maatregelen treffen voor de vorstbescherming
van de warmtepomp en de verwarmingsinstalla-
tie. Neem indien nodig contact op met uw CV-
installateur.
28
4. Tip op de knop
.
De warmtepomp is ingeschakeld.
Symbool
is groen.
Opmerking
De carterverwarmingen moeten voor een compressor-
start 6 uur in werking zijn.