JA-163A RB Draadloze externe batterij-aangedreven sirene
je op de optie Interne instellingen (Internal settings) om een dialoogvenster
te openen. De interne instelling is verdeeld in 2 tabbladen: Instellingen (Settings)
en PG-indicatie (PG indication) (standaardinstellingen zijn gemarkeerd met *):
Instellingen van het tabblad:
Akoestische indicatie van een inbraakalarm vanuit de secties: om vast
te stellen, voor welke sectie de sirene een alarm moet aangeven, alsmede voor
het instellen van het piepen. De standaardinstelling dient als indicatie voor alle
uitgeschakelde secties.
Reactie: bepaalt of de sirene EW* (extern waarschuwing - external warning)
of IW (interne waarschuwing - internal warning) dient aan te geven.
De alarmindicatie kan ook volledig worden uitgeschakeld (andere functies
blijven aan).
Sirenegeluid: intermitterend * continu. De optie intermitterend bespaart
energie.
Maximale sireneduur: Nee, 1, 2, 3*, 4, 5 minuten, Gedurende een alarm.
Optie 'Nee' - de sirene geeft het alarm niet akoestisch aan (optische indicatie
blijft actief). Optie 'Tijdens een alarm – akoestische indicatie met de duur van
de' Alarmduur' ingesteld in 'Parameters'. Opmerking: de maximale duur van het
alarm bedraagt 20 minuten, wat de levensduur van de batterij beduidend zou
beïnvloeden.
Afwijkende brandalarmindicatie: JA/NEE*: indien geactiveerd, geeft
de sirene het brandalarm aan met een snel luid piepen, niet met een standaard
piepen wanneer hij andere soorten alarm aangeeft zoals inbraak, sabotage,
paniek enz. (Het snelle piepen van het brandalarm wordt gesynchroniseerd
met de akoestische indicatie van de branddetectors.)
Het inschakelen van deze hier genoemde opties
kan zorgen voor een verminderde levensduur van
de batterij afhankelijk van de frequentie van het
gebruik ervan. Dat is de reden waarom wij
adviseren een tweede batterij BAT-100A te
installeren.
Andere akoestische indicatie vanuit de sectie: selectie van de sectie,
waarvoor onderstaande geluiden worden geproduceerd. De standaard
instelling is 'Alle secties.
Hoger volume: JA / NEE * - beïnvloedt alleen de indicatie van de inloop- /
uitloopvertraging en de geluiden, die de activatie van de PG-uitgang indiceren.
Dit heeft geen invloed op het geluid van een alarm.
Gedurende sectiebesturing: JA / NEE – indien ingeschakeld, de sirene
piept een keer na het instellen, twee keer na het uitschakelen en drie keer bij
het uitschakelen na een alarm.
Gedurende waarschuwing: JA / NEE* - Indien ingeschakeld, piept
de sirene drie keer om te indiceren:
onvermogen om in te stellen (een systeemstatus die de instelling
verhinderd, zoals een fout of een geactiveerde detector)
mislukte instelling (een gebeurtenis vindt plaats tijdens uitloopvertraging,
bijv. een geactiveerde detector)
uitschakeling met alarmgeheugen (een alarm is opgetreden)
Inloopvertraging:
JA
/
NEE
de inloopvertraging van de hele ingangstijd - onderbroken pieptoon.
Uitloopvertraging bij gedeeltelijke instelling: JA / NEE * - indien
ingeschakeld, indiceert dit de inloopvertraging voor de gehele tijd, wanneer het
systeem gedeeltelijk was ingesteld - pieptoon met tussenpozen. Deze optie
is beschikbaar, wanneer de pieptoon voor de Inloopvertraging is ingeschakeld.
Uitloopvertraging: JA / NEE* Indien ingeschakeld, indiceert hij
de uitloopvertraging voor de gehele uitlooptijd, als het systeem volledig
ingesteld is – onderbroken pieptoon.
Bij communicatieverlies: JA / NEE - Indien ingeschakeld klinkt de sirene
in het geval van verlies van communicatie met het bedieningspaneel langer
dan (110 min). De duur van het geluid hangt af van de 'Maximum sirenetijd',
waarbij de optie 'Tijdens een alarm' 20 minuten betekent.
Optische indicatie:
Knippert elke 60 seconden: JA / NEE * - Het stelt de sirene in op één
knippering per minuut. Het kan gebruikt worden als waarschuwing, dat het
gebouw beveiligd is met een alarmsysteem.
Gedurende waarschuwing: JA / NEE * - indien ingeschakeld waarschuwt
de sirene met drie knipperingen:
1)
onvermogen om in te stellen (een systeemstatus die de instelling
verhinderd, zoals een fout of een geactiveerde detector)
2)
mislukte instelling (een gebeurtenis vindt plaats tijdens uitloopperiode,
bijv. een geactiveerde detector)
3)
uitschakeling met alarmgeheugen (een alarm is opgetreden)
Wanneer gecontroleerd door een sectie: JA / NEE * - het stelt in, of een
sirene het in- en uitschakelen van (een) sectie(s) dient aan te geven.
Het knippert één keer wanneer ingesteld, twee keer wanneer uitgeschakeld
en drie keer wanneer uitgeschakeld na een alarm.
LED-indicatie * rood / blauw, sirenes zijn voorzien van tweekleurige LED-
indicatoren. Volgens de kleur van het geleverde frontdeksel moet dezelfde
kleur van de LED-indicatie ingesteld worden.
Flitsopties van de sirene: Tijdens alarmen * / 1/ 3/ 5/ 30/ 60 min flitsen
na een alarm. Deze optie stelt de duur van het knipperen van de sirene alleen
in voor de alarmduur of verlengd met een vooraf ingesteld interval.
Het uitgebreide knipperen kan gestopt
systeeminstelling of annulering van de alarmindicatie in het systeem (met een
toetsenbord).
Periodieke communicatie: 1 s / 8 s – Deze parameter stelt de maximale
vertraagde reactie in van de sirene op een alarm, een aanvullende indicatie
of Signalerings-PG.
JA-163A RB Draadloze externe batterij-aangedreven sirene
*
Indien
ingeschakeld,
geeft
hij
worden door een nieuwe
Opmerkingen:
-
PG-uitgang activatie zal soms misschien niet worden aangegeven,
wanneer de periodieke communicatie ingesteld is op 8 s en een
PG-uitgang ingeschakeld is voor een kortere duur dan 8 s.
-
Als de eindklant een willekeurige van de hierboven genoemde
aanvullende aanduidingen wenst, raden wij u aan de 'Periodieke
communicatie' op 1 s in te stellen om een snellere responstijd
te bewerkstelligen, wanneer de sectie of de PG-status verandert
-
Is de periodieke communicatie ingesteld op 1 s, dan kan dit de typische
levensduur van de batterij met de helft verminderen.
Signalering van de PG-tab
De sirene kan de activiteit van de geselecteerde PG-uitgangen met
pieptonen aangeven.
Langzame pieptoon - 1 per seconde (voor de hele periode, waarover
de PG actief is)
Snelle pieptoon - 2 per seconde (voor de hele periode, waarover de PG
actief is)
1xAan/2xUit- 1 pieptoon, als de PG wordt geactiveerd, 2 pieptonen,
wanneer de PG wordt gedeactiveerd
Pieptoon van 20 seconden – een lange pieptoon van 20 seconden,
wanneer de PG wordt geactiveerd
Instellingen volgens veiligheidsgraad 2
Om de sirene zodanig in te stellen, dat deze voldoet aan
veiligheidsklasse 2, gebruikt u de software F-Link, het tabblad
'Parameters' en de optie 'Systeemprofielen' ingesteld voor 'EN50131-1,
gr.2'. Het apparaat zal geconfigureerd worden volgens de gewenste
eigenschappen.
Geluidsprioriteiten
Het sirenegeluid heeft de hoogste prioriteit, de besturingspieptonen hebben
een lagere prioriteit en de indicatie van de PG-uitgang heeft de laagste prioriteit
(PG1 heeft een hogere prioriteit dan PG2 enz.). Een pieptoon met een hogere
prioriteit stopt altijd het piepen met een lagere prioriteit.
Gebruik van een externe antenne
Om de kwaliteit van de communicatie tussen de centrale en de sirene
te verbeteren, kunt u een externe antenne (AN-868) aansluiten. Steek
de antenne in de connector (15) op de printplaat. De detectie van een
aangesloten antenne wordt alleen uitgevoerd, als het deksel open is (actieve
sabotage). Als de sirene gedurende het sluiten van het deksel de externe
antenne
detecteert,
wordt
radiocommunicatie. Als de antenne verkort of afgesneden wordt, schakelt het
apparaat automatisch over naar de interne antenne en een sabotagealarm
wordt verzonden. Als het deksel van de antenne gesloten wordt met geen
externe antenne, wordt de interne antenne gebruikt voor radiocommunicatie.
Vervanging van de batterij
Het apparaat controleert automatisch de status van de batterij. Als een
batterijstoring wordt geactiveerd, informeert het systeem de gebruiker
(of de servicetechnicus). De sirene blijft volledig functioneel, maar
we raden dringend aan om de batterij binnen 2 weken te vervangen.
Laad de batterij helemaal niet op. Gebruik alleen het type BAT-100A.
Als er twee batterijen worden gebruikt, vervang altijd beide batterijen
tegelijk. De batterij kan vervangen worden in de servicemodus van het
bedieningspaneel door een onderhoudstechnicus. Als de vervanging
is voltooid, test de werking van de sirene. Geef de gebruikte batterij af bij
een officieel inzamelpunt. Gooi deze niet bij het gewone afval.
Technische specificaties
De onderdelen JA-163A RB (lithium batterij, frontdeksel en basis)
worden afzonderlijk geleverd. De reden hiervoor is de vrije keuze van een
breed scala van frontdeksels en het vervoer van lithiumbatterijen.
Vermogen Lithium batterij
Houd er rekening mee, dat: de batterij niet is inbegrepen
Actueel verbruik (Nominaal / Maximaal)
Lage batterijspanning
Typische levensduur van een batterij
Communicatiebandbreedte
Communicatiebereik
Antenne intern, extern kan worden gebruikt, type AN-868
Piëzo-elektrische sirene
Maten (deksel inbegrepen)
Classificatiegraad
Volgens
Omgevingsklasse algemeen
Veiligheidsgraad
Ook in overeenstemming met
Kan worden bedreven tot
JABLOTRON ALARMS a.s. verklaart hiermede, dat de JA-163A RB in
overeenstemming
harmonisatiewetgeving:
2014/30/EU, 2011/65/EU. De originele overeenstemmingsbeoordeling kan
gevonden worden op www.jablotron.com - Sectie Downloaden.
Opmerking: Hoewel dit product geen schadelijke materialen bevat,
raden wij u aan het product na gebruik terug te sturen naar de dealer
of direct naar de producent.
2 / 2
de
antenne
automatisch
gebruikt
3,6 V/13 Ah Type BAT-100A
(tot 2 batterijen kunnen worden gebruikt)
0,3/1000 mA
ongev. 5 jaar (voor standaardinstellingen)
868.1 MHz, Jablotron-protocol
ongev. 300 m (open ruimte)
200 x 300 x 70 mm
EN 50131-1, EN 50131-4
IV buiten -20 tot + 60 ° C
ETSI EN 300220, EN 50130-4
EN 55022, EN 60950-1
ERC REC 70-03
is
met
de
relevante
communautaire
Richtlijnen
nr.:
2014/53/EU,
2014/35/EU,
MNM51203
voor
V
100 dB/m
2
IP44