Download Print deze pagina
jablotron JA-162A Verkorte Handleiding

jablotron JA-162A Verkorte Handleiding

Interne draadloze sirene

Advertenties

De JA-162A is een component van het systeem JABLOTRON
100. Hij wordt gebruikt voor alarmindicatie in een gebouw. Hij kan
ook
worden
gebruikt
voor
(PG-uitgangen, inloop-/uitloopvertragingen en deurbel). Door op de
sireneknop te drukken kan het alarm worden onderdrukt
(= bevestiging van de aanwezigheid van een persoon in het
gebouw) of een paniekalarm worden geactiveerd (optionele
functie). De sirene is uitgerust met een back-upbatterij voor
gevallen, waarin stroomuitval kan optreden. De sirene heeft ook
een ingebouwde detector van de sirenesabotage door het
ontkoppelen van het stopcontact. De sirene moet worden
geïnstalleerd door een ervaren vakman met een geldig certificaat
afgegeven door een erkende producent.
1
Afbeelding 1: 1 – transparante bedieningsknop
Installatie en registratie van de sirene op
de centrale
Het is noodzakelijk om de registratieprocedure uit te voeren
in de servicemodus. Het systeem moet zijn uitgerust met een
radiomodule JA-110R.
1. Sluit de sirene aan op het vereiste stopcontact, waar er nog
steeds een goed RF-bereik is naar de centrale.
2. De bedieningsknop (1) brandt permanent geel. Dit betekent,
dat de sirene gereed is om te worden geregistreerd.
Als de bedieningsknop (1) niet permanent brandt, volgt
u de onderstaande Waarschuwing.
3. Ga naar de software F-Link, selecteer de gewenste positie
in het venster Apparaten en klik op de optie Registreren –
de registratiemodus wordt dan gestart.
4. Druk op de bedieningsknop (1) op de sirene. De sirene wordt
dus geregistreerd op de gewenste positie en de gele LED gaat
uit.
5. Stel de sirene-eigenschappen in (zie het hoofdstuk
setting
)
Waarschuwing: Als de batterij bijna leeg is, kan de sirene niet
worden geregistreerd op de centrale. Deze status wordt
aangegeven door het periodieke knipperen van de gele LED elke
15 s. Het is strikt noodzakelijk om te wachten (meestal een paar
minuten), totdat de back-upbatterij is opgeladen tot het moment
waarop de batterij het registratiesignaal kan verzenden. Wanneer
de back-upbatterij volledig is opgeladen (de gele LED brandt
permanent), open de registratiemodus en druk vervolgens
op de bedieningsknop (1) om een registratiesignaal te verzenden.
Als de sirene is losgekoppeld van het elektriciteitsnet, kan deze
12 uur lang gevoed worden door de back-upbatterij. Wanneer
de spanning van de back-upbatterij het kritieke niveau bereikt,
wordt
de
sirene
uitgeschakeld
te beschermen tegen schade.
Interne instellingen van de sirene
Ga naar het tabblad Apparaten in de software F-Link. Bevindt
u zich op de positie van de sirene, gebruikt u dan de optie Interne
instellingen (Internal settings) om een dialoogvenster te openen,
waar
u
de
volgende
opties
de standaardinstellingen aan).
Secties: definieert, voor welke secties de sirene een alarm moet
aangeven
en
mogelijk
ook
en systeeminstellingen. De standaardinstelling dient als indicatie voor
alle uitgeschakelde secties.*
Reactie: bepaalt, of de sirene een IW* (interne waarschuwing)
of
een
EW
(externe
waarschuwing)
De alarmindicatie met pieptonen van de sirene kan ook volledig worden
uitgeschakeld (andere functies blijven actief).
De JA-162A Interne draadloze sirene
JA-162A Interne draadloze sirene
andere
akoestische
indicaties
Internal
om
de
back-upbatterij
kunt
instellen:
(*
geeft
inloop-
/
uitloopvertragingen
dient
aan
te
geven.
Sirenetonen: intermitterend * continu
Maximale sireneduur: 1, 2, 3*, 4, 5 minuten.
Detectie van sabotage: door de ingebouwde versnellingsmeter
detecteert
de
sirene
de
Opties Uitgeschakeld, Altijd*, Tijdens alarm.
Hoger volume: JA / NEE* – beïnvloedt alleen de signalering van
de inloop-/uitloopvertraging en de geluiden, die de activatie van
de PG-uitgang aangeven.
Pieptonen tijdens sectiebesturing: JA / NEE* – indien
ingeschakeld, piept de sirene een keer na het instellen, twee keer
na het uitschakelen en drie keer bij het uitschakelen na een alarm.
Dit gebeurt alleen voor geselecteerde secties.
Pieptoon bij inloopvertraging: JA / NEE* indien ingeschakeld,
geeft dit de inloopvertragingen van de geselecteerde secties aan.
Pieptoon voor de uitloopvertraging met een gedeeltelijk
ingesteld systeem: JA / NEE* indien ingeschakeld, geeft dit
de uitloopvertragingen van de geselecteerde secties aan, wanneer
deze gedeeltelijk zijn ingesteld.
Pieptoon bij uitloopvertraging: JA / NEE* indien ingeschakeld,
geeft dit de uitloopvertragingen van de geselecteerde secties aan.
Knipperen, als de knop wordt ingedrukt: JA / NEE* indien
geactiveerd, geeft dit aan, dat er op de knop gedrukt wordt, door een
snel knipperen van de LED.
Akoestische signalering van de activiteit van een PG-uitgang:
De geluidsindicatie kan ingesteld worden voor elke PG-uitgang:
Geen
Langzame pieptoon
Snelle pieptoon
Eén pieptoon
Pieptoon gedurende 20 sec – een pieptoon van 20 sec, wanneer
Melodieën 1,2,3,4
Reactie van de centrale op het indrukken van de sireneknop:
De standaardinstelling is, dat het indrukken van de sireneknop (1)
gedurende
een
alarm
de aanwezigheid van een persoon in het gebouw bevestigt
(er wordt een rapport verzonden).
Het is mogelijk om de knopreactie van de sirene te wijzigen
om te functioneren als paniekalarmknop (1) in het venster Apparaten
in de software F-Link. In een dergelijk geval reageert het systeem
op het indrukken met een paniekalarm in de sectie, waaraan
de sirene werd toegewezen.
Test – door te drukken op de TEST-knop kunt u de sirenefunctie
testen. De sirene reageert op deze indrukking met een alarmgeluid van
3 sec.
Opmerking:
Het sirenegeluid heeft de hoogste prioriteit, de pieptonen
gedurende de besturing hebben een lagere prioriteit en de indicatie
van de PG-uitgang heeft de laagste prioriteit (PG1 heeft een hogere
prioriteit dan PG2 enz.). De pieptoon met een hogere prioriteit stopt
altijd de pieptoon met een lagere prioriteit.
Om de sirene zodanig in te stellen, dat deze voldoet
aan veiligheidsklasse 2 volgens de norm EN50131,
gebruikt u de software F-Link (1.4.0 en hoger), het
tabblad Parameters en de optie Systeemprofielen.
Vervanging van de back-up batterij
De sirene controleert automatisch de status van de back-
upbatterij. De huidige status kan worden gecontroleerd door het
tabblad van de software F-link genaamd Diagnostiek (huidige
batterijstatus, de spanning ervan, wanneer deze is geladen
en leeggemaakt). Wanneer een storing in de back-upbatterij wordt
geactiveerd, moet deze zo snel mogelijk worden vervangen
om te voorkomen, dat de sirene niet goed functioneert.
De centrale moet zich bevinden in de servicemodus (zie
installatiehandleiding van de centrale). Het is dan mogelijk om het
deksel van de sirene te openen, voordat u begint de batterij
te vervangen. Geldig als Detectie van sabotage is ingeschakeld.
Gebruik altijd een 3,6 V, 170 mAh (BAT-3V6-N170) back-upbatterij.
Opmerking : Als de batterij bijna leeg is (zoals gemeld aan
de centrale), kan de sirene niet alle functies volledig uitvoeren
1 / 2
loskoppeling
van
het
stopcontact.
– De PG-uitgang genereert geen geluid
– langzame pieptoon – 1 per seconde
(voor de hele periode, waarover
de PG actief is)
snelle pieptoon – 2 per seconde
(voor de hele periode, waarover
de PG actief is)
– 1 pieptoon,
als
de PG
geactiveerd, 2 pieptonen, wanneer
de PG wordt gedeactiveerd
de PG wordt geactiveerd
– selectie van de deurbelmelodie
de
sirene
dempt
en
tegelijkertijd
MNJ51804
wordt

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor jablotron JA-162A

  • Pagina 1 JA-162A Interne draadloze sirene De JA-162A is een component van het systeem JABLOTRON Sirenetonen: intermitterend * continu 100. Hij wordt gebruikt voor alarmindicatie in een gebouw. Hij kan Maximale sireneduur: 1, 2, 3*, 4, 5 minuten. worden gebruikt voor andere...
  • Pagina 2 90 x 64 x 80 mm, 110 g Ook in overeenstemming met ETSI EN 300 220, EN 50130-4, EN 55022, EN 60950-1 Kan worden bedreven volgens ERC REC 70-03 JABLOTRON ALARMS a.s. verklaart hiermede, dat de JA-162A overeenstemming relevante communautaire harmonisatiewetgeving: Richtlijnen nr.:...