3
Instrumentatie en bedieningselementen
Stuurwiel
De machine wordt bestuurd door aan het stuur
(1) te draaien.
Voor een rijrichtingverandering van 180° zijn
vier omwentelingen van het stuur nodig.
Dodemanspedaal
Door op het dodemanspedaal (1) te trappen,
worden de functies van de machine geacti-
veerd.
Als het dodemanspedaal (1) tijdens het rijden
wordt losgelaten, remt de machine af totdat hij
tot stilstand komt.
Door het dodemanspedaal (1) los te laten,
wordt de parkeerrem geactiveerd.
GEVAAR
Plaats nooit uitrustingsdelen of gewichten op het
dodemanspedaal.
GEVAAR
Trap met uw linkervoet op het dodemanspedaal.
32
45418043407 [NL]
Kennis van de machine
1
OM1322
2125