Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beko DRYPOINT RA 20 eco Installatie- En Bedieningsinstructies pagina 39

Persluchtkoeler
Inhoudsopgave

Advertenties

◆ Het alarm
(toC),
- te frequente AAN/UIT
cycli van de
compressor –
is afgegaan
◆ Het alarm
(ICE) is
ingegrepen
◆ DMC51 - De LED
brandt of knippert
◆ DMC51 - De LED
brandt of knippert
DRYPOINT® RA 20-960 eco
Onderhoud, problemen opsporen, reserveonderdelen en ontmanteling
Als ESS = JA (zie paragraaf 11.12.7) - De koelcompressor moet gedurende een
minimale tijd (ong. 6 minuten) AAN blijven, binnen dit tijdsinterval zal de DMC51 zo
nodig de EVH spoel activeren waarmee de werking van de omloopklep heet gas wordt
geactiveerd. Om bevriezing te voorkomen, als het dauwpunt ondanks de actieve
omloopklep heet gas te laag wordt, dan wordt de compressor uitgeschakeld voordat
de minimale inschakeltijd is verlopen (ca. 6 minuten). Als dit te vaak gebeurt, dan wordt
het alarm
(TOC) geactiveerd om schade aan de compressor te voorkomen.
Controleer welke van de volgende redenen het alarm heeft veroorzaakt:
1. De aangevoerde lucht is te koud - herstel de nominale bedrijfsomstandigheden.
2. De omgevingstemperatuur is te laag - herstel de nominale bedrijfsomstandigheden.
3. De omloopklep heet gas is buiten werkbereik- neem contact op met een BEKO
technicus om de nominale instelling te herstellen.
4. De magneetklep EVH werkt niet naar behoren - Zie specifieke punt.
Controleer welke van de volgende redenen het alarm heeft veroorzaakt:
1. De aangevoerde lucht is te koud - herstel de nominale bedrijfsomstandigheden.
2. De omgevingstemperatuur is te laag - herstel de nominale bedrijfsomstandigheden.
3. De koelcompressor is altijd AAN, ook wanneer de led
de elektrische bedrading of het KC relais (indien geïnstalleerd) defect is – vervang zo
nodig.
Knipperende
LED: één of meer alarmen zijn actief en op het display verschijnt
en de actieve alarmen.
Brandende
LED: één of meer alarmen moeten worden gereset en op het display
verschijnt
en de alarmen die niet meer actief maar nog te resetten zijn.
De alarmen worden aangegeven door de volgende berichten:
: LP - LPS lagedrukschakelaar geactiveerd (lage druk) – Zie specifieke paragraaf.
1.
: Hdt - Temperatuur ontlading compressor te hoog (sonde T2) – Zie specifieke
2.
paragraaf.
: ICE - Temperatuur in de warmtewisselaar te laag (sonde T1) – het dauwpunt is te
3.
laag – Zie specifieke paragraaf.
: toC – Te frequente AAN/UIT-cycli van de compressor – Compressor is
4.
herhaaldelijk uitgeschakeld voor de minimum inschakeltijd (ca. 6 minuten) - Zie
specifieke paragraaf.
: PF1 – Storing temperatuursonde T1 (Dauwpunt) – controleer de elektrische
5.
bekabeling en/of vervang de sonde.
: PF2 – Storing temperatuursonde T2 (compressor uitlaat) – Indien sonde T2
6.
geïnstalleerd: controleer de elektrische bedrading en/of vervang de sonde; Indien
sonde T2 niet geïnstalleerd: controleer de elektrische bedrading en/of vervang de
weerstand R.
OPMERKING: na het oplossen van het probleem moeten de alarmen worden gereset
(druk tegelijkertijd drie seconden op de toetsen
Wanneer de
LED knippert, zijn er één of meer servicewaarschuwingen actief.
Wanneer de
LED brandt, zijn er één of meer servicewaarschuwingen te resetten. De
dauwpunttemperatuur en de actieve of te resetten servicewaarschuwingen worden
weergegeven.
De servicewaarschuwingen worden aangegeven door de volgende berichten:
: Hdp – Dauwpunt te hoog (hoger dan de ingestelde HdS waarde) – raadpleeg de
1.
betreffende paragraaf.
2.
: Ldp - Te laag dauwpunt - zie de betreffende paragraaf.
: SrV - service – notificatietijd voor onderhoud is verstreken (parameter SrV) – voer
3.
gepland onderhoud uit en reset de urenmeter.
OPMERKING: na het oplossen van het probleem moeten de servicewaarschuwingen
worden gereset (druk tegelijkertijd drie seconden op de toetsen
is uitgeschakeld – controleer
+
).
+
).
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave