Inbedrijfstelling
9
Inbedrijfstelling
9.1
Voorbereidingen voor de inbedrijfstelling
Opmerking!
Overschrijding van de bedrijfsparameters!
Controleer of de bedrijfsparameters in overeenstemming zijn met de gegevens op het typeplaatje van de
droger (spanning, frequentie, luchtdruk, luchttemperatuur, omgevingstemperatuur, etc.).
Voorafgaand aan de levering werd deze droger grondig getest, gecontroleerd en verpakt. Controleer de
betrouwbaarheid van de droger bij eerste inbedrijfstelling en controleer de goede werking tijdens de eerste bedrijfsuren.
De eerste inbedrijfstelling moet door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Tijdens de installatie en de werking van dit apparaat, moeten alle nationale regelgevingen met betrekking
tot elektronica en andere federale en nationale verordeningen evenals lokale bepalingen worden
nageleefd.
Laat de droger niet met de panelen open functioneren
9.2
Eerste inbedrijfstelling
Opmerking!
Het aantal starts/stops door het indrukken van de aan-uit schakelaar - pos. 1 bedieningspaneel moet
worden beperkt tot zes per uur..
Onherstelbare schade kan worden veroorzaakt door het te frequent opstarten van het apparaat.
De onderstaande methode moet worden toegepast tijdens de eerste inbedrijfstelling, na langere
stilstanden of na onderhoudswerkzaamheden.
De inbedrijfstelling moet door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden.
Bewerkingsvolgorde (zie paragraaf 11.1 "Bedieningspaneel")
1. Controleer of alle punten uit het hoofdstuk "Installatie" in acht zijn genomen.
2. Controleer of de aansluitingen aan de persluchtinstallatie goed gesloten zijn en de leidingen bevestigd zijn.
3. Controleer of de condensaatafvoer goed bevestigd is en aangesloten is op een opvangreservoir of -installatie en
open de serviceklep condensaatafvoer.
4. Controleer of het bypasssysteem (indien geïnstalleerd) gesloten is en dus de droger geïsoleerd is.
5. Verwijder alle verpakkingsmaterialen en andere mogelijk hinderende voorwerpen in de buurt van de droger.
6. Schakel de hoofdschakelaar van de stroomvoorziening in.
7. RA 330-960 eco 3phase - schakel de algemene scheidingsschakelaar in - pos. A op het bedieningspaneel.
8. LET OP! RA 330-960 eco 3phase - wacht minstens twee uur alvorens de droger te starten (de carterverwarming
van de compressor moet de compressorolie verwarmen).
9. Zet de AAN/UIT-schakelaar aan - pos. 1 op het bedieningspaneel.
10. Controleer of het elektronische besturingsinstrument DMC 51 ingeschakeld is.
11. Als de temperatuur weergegeven op de DMC51 elektronische besturingseenheid voldoende hoog is, controleer dan
of de koelcompressor binnen een paar minuten begint te werken. LET OP! - Bij lage temperaturen, zal de
koelcompressor UIT blijven
12. Controleer of de ventilator naar behoren draait – wacht op de eerste ingrepen.
13. Wacht tot het dauwpunt stabiel is.
14. Open langzaam de luchtinlaatklep.
15. Open langzaam de luchtuitlaatklep.
16. Als het bypasssysteem geïnstalleerd is, sluit dan langzaam de centrale klep.
17. Controleer of er geen luchtlekken in de leidingen zijn.
18. Controleer de werking van het circuit voor condensaatafvoer - wacht tot het in werking is getreden.
Opmerking!
Een op de DMC 51 regeleenheid weergegeven dauwpunt (DewPoint) tussen de 0 ºC en +10 ºC wordt als
correct beschouwd naargelang de mogelijke bedrijfsomstandigheden (debiet, luchtinlaattemperatuur,
omgevingstemperatuur, etc.).
In de ECO-modus (Energy Saving, ESS = JA - zie paragraaf 11.12.7) wordt de koelcompressor aan- en
uitgeschakeld door de DMC51 besturingseenheid, naargelang de thermische belasting aangebracht van
de droger.
De droger moet altijd ingeschakeld blijven wanneer de perslucht wordt gebruikt, ook als de
luchtcompressor niet voortdurend werkt.
18
DRYPOINT® RA 20-960 eco