Technische beschrijving
11.9 Omloopklep heet gas
Bij deellast leidt de klep een deel van het hete gas terug naar de aanzuigleiding van de koelcompressor. Hierdoor blijven
de verdampingstemperatuur en de verdampingsdruk constant.
AFSTELLING
De omloopklep heet gas wordt tijdens de eindtest van de droger afgesteld.
Normaalgesproken is er geen afstelling nodig. Als het toch nodig mocht blijken
moet dit door een ervaren koeltechnicus worden gedaan.
AANBEVELING
De Schraeder serviceafsluiter van ¼" mag uitsluitend gebruikt worden als het
koelsysteem daadwerkelijk niet goed functioneert. Telkens als er een
manometer op de afsluiter wordt aangesloten wordt een deel van het koelmiddel
afgevoerd.
Draai, zonder dat de persluchtstroom door de droger gaat, de stelschroef (stand
A in de afbeelding) tot de gewenste waarde wordt bereikt:
Instellingen klep heet gas:
11.10 Pressostaat koelgas LPS – HPS – PV
Ter beveiliging van de bedrijfszekerheid en de intactheid van de droger is er op het koelgascircuit een reeks pressostaten
geïnstalleerd.
LPS:
Lagedrukpressostaat aan de aanzuigzijde (carter) van de compressor. Deze grijpt in als de druk onder de
ingestelde waarde komt. Terugstelling gebeurt automatisch als de nominale condities hersteld worden.
Ijkingsdruk :
HPS:
Hogedrukpressostaat aan de drukzijde van de compressor. Deze grijpt in als de druk boven de ingestelde
waarde komt. De terugstelling gebeurt handmatig met behulp van een knop op de pressostaat zelf.
Ijkingsdruk :
PV:
Ventilatorregelingspressostaat
condensatietemperatuur/druk constant binnen de ingestelde limieten.
Ijkingsdruk :
11.11 Carterweerstand compressor (RA 330-960 eco 3phase)
Bij lage temperaturen neigt de olie zich met het koelgas te vermengen. Daarom kan bij het starten van de compressor
"vloeistofslag" optreden en kan er olie in het koelcircuit terechtkomen.
Om dit probleem te verhelpen zit in het carter van de compressor een elektrische weerstand geïnstalleerd die, als het
schakelbord ingeschakeld is en de compressor stilligt, de olie op een geschikte temperatuur houdt.
Deze weerstand is voorzien van een thermostaat die oververhitting van de olie onmogelijk maakt.
Opmerking: De weerstand moet minstens twee uur voor de inbedrijfstelling van de koelcompressor worden
ingeschakeld.
30
R134.a druk 2.2 barg (+0.1 / -0 bar)
R407C druk 4.7 barg (+0.1 / -0 bar)
R 134.a
Stop 0.7 barg - Terugstelling 1.7 barg
R 407 C
Stop 1.7 barg - Terugstelling 2.7 barg
R 134.a
Stop 20 barg - Handmatige terugstelling (P<14 bar)
R 407 C
Stop 30 barg - Handmatige terugstelling (P<23 bar)
aan
de
uitlaatzijde
Start 11 barg (+0.5 / -0 bar) – Stop 8 barg (+0 / -0.5 bar)
R 134.a
Start 18 barg (+0.5 / -0 bar) – Stop 14 barg (+0 / -0.5 bar)
R 407 C
van
de
compressor.
DRYPOINT® RA 20-960 eco
A
4 mm
5/32 in.
-
+
Deze
houdt
de