Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoud, problemen opsporen, reserveonderdelen en ontmanteling
◆ Condensatiedruk te hoog
◆ Condensatiedruk te laag
◆ Verdampingsdruk te
hoog.
◆ Laag drukverschil tussen
HP-LP waarden
46
Controleer wat de oorzaak van de storing is geweest:
1. De omgevingstemperatuur is te hoog of er is onvoldoende luchtverversing in de ruimte - zorg voor geschikte
ventilatie (luchtkoeling).
2. De condensoreenheid is vuil - reinig hem (luchtkoeling).
3. Storing koelmiddeldruktransducer BHP – controleer de condensatiedruk (HP) gemeten met BHP
(waarde beschikbaar op DMC 50-display) met een manometer en vervang de transducer als deze
niet overeenkomen.
4. De ventilator werkt niet goed - haalt niet de volle toeren - zie het betreffende punt (luchtkoeling)
5. De temperatuur van het koelwater is te hoog – herstel de nominale condities (waterkoeling).
6. Het koelwaterdebiet is onvoldoende – herstel de nominale condities (waterkoeling).
Controleer wat de oorzaak van de storing is geweest:
1. Omgevingstemperatuur is te laag - herstel de nominale condities (luchtkoeling).
2. Lucht stroomt door de condensor, ook wanneer ventilator is uitgeschakeld – bescherm de droger tegen
wind of externe luchtstromen (niet veroorzaakt door de ventilator van de droger) - (luchtkoeling).
3. De temperatuur van het koelwater is te laag – herstel de nominale condities (waterkoeling).
4. De regelklep van het koelwaterdebiet moet afgesteld worden - neem contact op met een gespecialiseerd
technicus om de nominale instelling te herstellen (waterkoeling).
5. Storing koelmiddeldruktransducer BHP – controleer de condensatiedruk (HP) gemeten met BHP
(waarde beschikbaar op DMC 50-display) met een manometer en vervang de transducer als deze
niet overeenkomen.
6. Koelmiddellek – raadpleeg een koelingsingenieur.
7. De ventilator werkt niet goed - werkt op te hoge snelheid - zie betreffende paragraaf (luchtkoeling).
8. De compressor werkt niet – zie de betreffende paragraaf.
Ga de oorzaak van de storing na:
Te hoge thermische belasting – herstel de nominale condities.
1.
De aangevoerde lucht is te warm – herstel de nominale condities.
2.
De omgevingstemperatuur is te hoog of er is onvoldoende luchtverversing in de ruimte – zorg voor
3.
voldoende ventilatie.
De condensor is vuil – reinig hem (luchtkoeling).
4.
De ventilator werkt niet – zie de betreffende paragraaf (luchtkoeling).
5.
6.
Controleer de werking van de bypass-magneetklep.
7.
De regelklep van de koelwaterstroming moet opnieuw gekalibreerd worden - neem contact op met een
technicus om de nominale kalibratie opnieuw in te stellen (waterkoeling).
8.
Verdampingsdruk gemeten met DMC50 en BLP druktransducer klopt niet. Neem contact op met een
koelingsingenieur om de juiste verdampingsdruk te controleren en te vergelijken. Vervang zo nodig de
BLP druktransducer en/of de DMC50 regelaar.
9.
Een of meer elektronische expansiekleppen (EEV) werken niet naar behoren - zie betreffende punt.
10. De compressor werkt niet – zie de betreffende paragraaf.
Ga de oorzaak van de storing na:
1.
De ventilator werkt niet goed - werkt op te hoge snelheid - zie betreffende paragraaf (luchtkoeling).
De omgevingstemperatuur is te laag – herstel de nominale condities.
2.
Lucht stroomt door de condensor hoewel de ventilator is uitgeschakeld – bescherm de droger tegen wind
3.
of externe luchtstromen (niet veroorzaakt door de ventilator van de droger) - (luchtkoeling).
De temperatuur van het koelwater is te laag – herstel de nominale condities (waterkoeling).
4.
5.
De regelklep van de koelwaterstroming moet opnieuw gekalibreerd worden - neem contact op met een
specialist in koelsystemen om de nominale kalibrering opnieuw in te stellen (waterkoeling).
6.
Controleer de werking van de bypass-magneetklep.
7.
Verdampingsdruk gemeten met DMC50 en BLP druktransducer klopt niet. Neem contact op met een
koelingsingenieur om de juiste verdampingsdruk te controleren en te vergelijken. Vervang zo nodig de
BLP druktransducer en/of de DMC50 regelaar.
8.
Condensdruk gemeten met DMC50 en BHP druktransducer is niet juist. Neem contact op met een
koelingsingenieur om de juiste condensdruk te controleren en te vergelijken. Vervang zo nodig de BHP
druktransducer en/of de DMC50 regelaar.
Koelmiddellek – raadpleeg een specialist in koelsystemen.
9.
10. De compressor werkt niet – zie de betreffende paragraaf.
DRYPOINT® RA 1300-4400 eco
Advertenties
Inhoudsopgave
