Inhoudsopgave
Advertenties
11 Technische beschrijving
11.1 Bedieningspaneel
De enige interface tussen de droger en de bediener is het hieronder weergegeven bedieningspaneel.
1
Hoofdschakelaar
2
Regeleenheid DMC50
11.2 Bediening
Beschrijving van de werking – De in deze handleiding beschreven drogers functioneren allemaal volgens hetzelfde
principe.. Aangevoerde warme, vochtige lucht komt de lucht-lucht warmtewisselaar binnen. Deze lucht gaat vervolgens
naar de verdamper (lucht-koelmiddel warmtewisselaar) waarin de lucht afkoelt tot circa 2°C, waardoor het erin aanwezige
vocht kan condenseren. Het vocht wordt gecondenseerd en verzameld in een condensaatafscheider, om vervolgens
door de elektronische aftap afgevoerd te worden. De koele, vochtvrije lucht stroomt vervolgens terug door de lucht-lucht
warmtewisselaar om opnieuw tot binnen 8 graden lager dan de binnenkomende lucht naar de droger te worden
verwarmd.
Koelmiddelcircuit – Koelgas wordt door de compressor afgevoerd en verlaat het onder hoge druk in de richting van een
condensor waar warmte wordt verwijderd, waardoor het koelmiddel condenseert tot een vloeibare hogedruktoestand. De
vloeistof wordt door een elektronische expansieklep (EEV) geforceerd waar de resulterende drukdaling ervoor zorgt dat
het koelmiddel tot een vooraf ingestelde temperatuur afkoelt. Het vloeibare koelmiddel met lage druk treedt in de
warmtewisselaar waar de warmte uit de inkomende lucht wordt overgedragen waardoor het koelmiddel aan de kook komt;
de resulterende faseverandering produceert een gas met lage druk en lage temperatuur. Het lagedruk-gas wordt opnieuw
naar de compressor gevoerd, waar het wordt opnieuw wordt samengeperst en de cyclus begint weer vanaf het begin.
Werking van de eco-modus (variabele snelheid) – De elektronische regelaar DMC50 bewaakt voortdurend de
verdampingsdruk (BLP), de condensatiedruk (BHP) en de temperatuur van het dauwpunt (BT1).
Bij elke inbedrijfstelling van de compressor wordt een vaste compressorsnelheid voor ca. 3 minuten geforceerd voor een
goede oliecirculatie in het koelmiddelcircuit. Als de verdampingsdruk (BLP) tijdens deze inlooptijd te laag is, dan activeert
de DMC50 een magneetklep EVB die de verdampingsdruk boven het vriespunt brengt.
Na de eerste 3 minuten past de DMC50 de snelheid van de compressor aan zodat de verdampingsdruk bijna constant
blijft, waardoor een constant dauwpunt mogelijk is, zelfs bij variabele thermische belasting van de droger.
Bij lage belastingscondities werkt de compressor met de laagste toegestane snelheid. Zelfs als die snelheid groter is dan
de gevraagde belasting, dan verlaagt de verdampingsdruk t.o.v. zijn afstelpunt, en wanneer de temperatuur van het
dauwpunt nabij het vriespunt komt, regelt de DMC50 de uitschakeling van de compressor.
De compressor wordt opnieuw opgestart wanneer de dauwpunt temperatuur en verdampingsdruk boven een
streefwaarde komen.
De terugslagklep CHV in combinatie met de elektronische expansieklep (EEV) dragen er samen toe bij de uitschakeltijd
van de compressor te verlengen en vermijden de onmiddellijke balancering van hoge en lage druk van het koelcircuit. De
magneetklep EVB wordt geactiveerd voordat de compressor start zolang de koelmiddeldruk (laag en hoog) in evenwicht
wordt gebracht.
De snelheid van de ventilator(en) wordt geregeld door de DMC50 om de condensatiedruk gemeten door BHP nagenoeg
constant te houden (luchtgekoeld).
Met deze drogers wordt het energieverbruik nauw evenredig aangepast aan de thermische belasting van de droger zelf,
waardoor aanzienlijke energiebesparing in de meeste toepassingen mogelijk is.
DRYPOINT® RA 1300-4400 eco
Technische beschrijving
25
Advertenties
Inhoudsopgave
