Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beko DRYPOINT RA 1300 eco Installatie- En Bedieningsinstructies pagina 45

Persluchtkoeler
Inhoudsopgave

Advertenties

ontmanteling
◆ Te laag
dauwpunt.
◆ De drukval in de
droger is te hoog.
◆ De droger voert
geen condensaat
af
◆ De droger voert
continu
condensaat af.
◆ Water aanwezig
in de lijn.
◆ De
hogedrukpressost
aat HPS heeft
ingegrepen.
◆ De
lagedrukpressost
aat LPS heeft
ingegrepen.
◆ Compressorafvoertemper
atuur te hoog.
DRYPOINT® RA 1300-4400 eco
OPMERKING: Ietwat negatieve dauwpunt pieken zijn normaal bij lage belastingscondities en
koelmiddel compressor cyclus AAN/UIT
De ventilator werkt continu – controleer de perfecte werking van de druktransductor (Zie BHP op
het elektrische diagram) – (luchtkoeling).
De omgevingstemperatuur is te laag - herstel de nominale bedrijfsomstandigheden (zie
typeplaatje).
Verdampingsdruk gemeten met DMC50 en BHP druktransductor klopt niet. Neem contact op met
een koelingsingenieur om de juiste verdampingsdruk te controleren en te vergelijken. Vervang zo
nodig de BLP druktransductor en/of de DMC50-controller.
De dauwpuntsensor registreert de temperatuur niet correct - controleer of de sensor goed op de
bodem van de kraag van de aluminium meetbuis zit.
De droger voert geen condensaat af - zie de betreffende paragraaf.
Het drukdauwpunt is te laag - de condens is bevroren en de lucht kan niet binnenkomen - zie de
betreffende paragraaf.
Zorg ervoor dat de verbindingsslangen niet zijn dichtgeknepen.
Controleer de reiniging van de warmtewisselaar en de installatie van het voorfilter.
De systeemdruk is te laag is en condensaat wordt niet afgevoerd - herstel de nominale condities.
Klep voor de afvoer van condensaat is dicht - open de klep.
Controleer de elektriciteitskabels.
Drukdauwpunt te laag - condens is bevroren - zie de betreffende paragraaf.
BEKOMAT-afvoereenheid werkt niet goed (zie BEKOMAT handleiding).
BEKOMAT-afvoereenheid is vuil (zie BEKOMAT handleiding).
Controleer of de luchtinlaat- en uitlaatverbindingen correct zijn aangesloten op het
persluchtsysteem (geen omgekeerde aansluiting).
De droger start niet - zie de betreffende paragraaf.
Indien geïnstalleerd: onbehandelde lucht stroomt door de bypass-groep - sluit deze groep.
De droger voert geen condensaat af - zie de betreffende paragraaf.
Te hoog drukdauwpunt - zie de betreffende paragraaf.
Bepaal welke van de volgende zaken de activering heeft veroorzaakt:
1.
De kamertemperatuur is te hoog of er is geen voldoende luchtverversing in de ruimte - zorg voor een
adequate beluchting (luchtkoeling).
2.
De condensor is vuil - reinig hem (luchtkoeling).
3.
Controleer elektrische bedrading van HPS.
4.
De ventilator werkt niet - zie de betreffende paragraaf (luchtkoeling).
5.
Het koelwater is te warm - herstel de nominale bedrijfsomstandigheden (zie typeplaatje) (waterkoeling).
6.
Het koelwaterdebiet is ontoereikend - herstel de nominale bedrijfsomstandigheden (zie typeplaatje)
(waterkoeling).
Herstart de pressostaat door op de knop op de pressostaat zelf te drukken – controleer of de
droger goed werkt
Condensdruk gemeten met DMC50 en BHP druktransductor klopt niet. Neem contact op met een
koelingsingenieur om de juiste condensdruk te controleren en te vergelijken. Vervang zo nodig de
BHP druktransductor en/of de DMC50-controller.
Storing of defect HPS druk - neem contact op met een specialist in koelsystemen - vervang de
hogedruk schakelaar.
Controleer elektrische bedrading van LPS.
Verlies van koelmiddel – raadpleeg een specialist in koelsystemen.
De lagedrukpressostaat wordt automatisch herstart bij herstel van de nominale condities –
controleer of de droger goed werkt.
Verdampingsdruk gemeten met DMC50 en BHP druktransductor klopt niet. Neem contact op met
een koelingsingenieur om de juiste verdampingsdruk te controleren en te vergelijken. Vervang zo
nodig de BLP druktransductor en/of de DMC50-controller.
Controleer wat de oorzaak van de storing is geweest:
1. Te hoge thermische belasting – herstel de nominale condities.
2. De aangevoerde lucht is te warm - herstel de nominale condities.
3. De omgevingstemperatuur is te hoog of er is onvoldoende luchtverversing in de ruimte - zorg voor geschikte
ventilatie (luchtkoeling).
4. De condensoreenheid is vuil - reinig hem (luchtkoeling).
5. De ventilator werkt niet - zie het betreffende punt (luchtkoeling).
6. Koelmiddellek – raadpleeg een koelingsingenieur.
7. Een of meer elektronische expansiekleppen (EEV) werken niet naar behoren - zie betreffende punt.
Onderhoud, problemen opsporen, reserveonderdelen en
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave