UFS8000
8. Alarmering
In de besturingen zijn diverse bewakingen op zowel het functioneren van de UF-installatie als op
het functioneren van de andere functies in de besturing (zoals bijvoorbeeld de SD-kaart functie).
8.1. Algemeen overzicht
De alarmmeldingen kunnen worden geregistreerd via een SD-kaart, via e-mail of via een RS232 of
RS485 verbinding. Hoe deze registratie functioneert en kan worden ingesteld, wordt beschreven in
§ 15.4.1 "Alarmlogfunctie" op blz. 76 en verder in het hoofdstuk van het betreffende medium :
SD Kaart
: § 15.4 "Logfuncties" op blz. 75.
E-mail
: § 16.2 "Logfuncties" op blz. 79.
RS485
: § 17.2 "Logfuncties" op blz. 80.
RS232
: § 17.2 "Logfuncties" op blz. 80.
Verder kan er via een alarmuitgang een melding worden gedaan. Er kan bijvoorbeeld een lamp of
zoemer worden geactiveerd. In § 6.3 "Alarm" op blz. 22 staan de mogelijkheden en instellingen met
betrekking tot de alarmuitgang beschreven.
In het menu kunnen, via de optie "Informatie", de laatste 20 alarmen worden bekeken. Hierbij worden
datum en tijd geregistreerd alsmede de korte omschrijving van het alarm en er wordt aangegeven of
de alarmsituatie op dat moment actief is of is opgeheven. Zie § 10.9 "Alarm historie" op blz. 62
voor meer informatie.
Indien de werking van de UF-installatie, door een alarmsituatie, wordt onderbroken, dan zal dit in het
hoofdvenster worden aangegeven. In het venster verschijnt dan de oorzaak van de alarmsituatie,
alsmede de fase, die door de alarmsituatie is onderbroken. Zie § 7.13 "Alarm" op blz. 53 voor meer
informatie.
Attentie !
Bij een fout in het configuratie bestand met de programmering zal altijd een alarm worden gegeven.
Dit is niet instelbaar. De besturing dient in dat geval namelijk opnieuw te worden ingesteld of een
eventuele back-up dient te worden ingeladen via de bootsoftware.
8.2. Alarmvenster
In het alarmvenster wordt een alarmmelding gegeven met aanduiding van datum en tijd.
Indien een alarmuitgang is geprogrammeerd en geactiveerd, dan kan deze uitgang worden
uitgeschakeld met behulp van de toets "Reset".
De melding kan uit het overzicht worden gewist, indien de oorzaak van de alarmsituatie is
opgeheven, door naar de betreffende melding te gaan en de toets "Reset" nogmaals in te drukken.
Indien voor de betreffende bewaking is geprogrammeerd dat de alarmuitgang automatisch
uitgeschakeld wordt indien de alarmsituatie is opgeheven, dan blijft de melding wel in het overzicht
staan.
Alarmering
54