Inhoudsopgave
Advertenties
UFS8000
Componenten
42
6.11.2. Bewaking minimale Transmembraan druk
Ter bewaking kan een minimale grenswaarde van 0,1 tot 1000,0 ingegeven worden.
Verder kan er een vertraging worden ingevoerd (1-9999 sec). De gemeten waarde dient gedurende
deze vertraging onder de grenswaarde te liggen voordat een alarm wordt gegeven of de
installatie eventueel wordt uitgeschakeld.
Of de installatie daadwerkelijk wordt uitgeschakeld, kan worden ingesteld ("Uitschakelen").
Indien de bewaking hier is geactiveerd dan zal deze geactiveerd zijn gedurende de fase "Filtratie". Dit
is instelbaar. Gedurende de overige fasen zal deze automatisch uitgeschakeld zijn.
6.11.3. Bewaking maximale Transmembraan druk
Ter bewaking kan een maximale grenswaarde van 0,1 tot 1000,0 ingegeven worden.
Verder kan er een vertraging worden ingevoerd (1-9999 sec). De gemeten waarde dient gedurende
deze vertraging boven de grenswaarde te liggen voordat een alarm wordt gegeven of de
installatie eventueel wordt uitgeschakeld.
Of de installatie daadwerkelijk wordt uitgeschakeld, kan worden ingesteld ("Uitschakelen").
Indien de bewaking hier is geactiveerd dan zal deze geactiveerd zijn gedurende de fase "Filtratie". Dit
is instelbaar. Gedurende de overige fasen zal deze automatisch uitgeschakeld zijn.
Indien de bewaking op de maximale transmembraan druk is geactiveerd dan kan er een terugspoeling
of CEB worden gestart indien de transmembraan druk gedurende de ingestelde tijd te hoog is. Na de
terugspoeling of CEB wordt de transmembraan druk weer bewaakt en indien de berekende druk dan
binnen de ingestelde vertragingstijd + 20 seconden, weer te hoog is dan zal een alarm worden
gegeven en de besturing worden uitgeschakeld.
Is de transmembraan druk na 20 seconden nog steeds onder de maximale grenswaarde dan zal bij
een volgende overschrijding van de grenswaarde weer een terugspoeling of CEB worden gestart.
Advertenties
Inhoudsopgave
