Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Buisleidingen Voor Collectorvloeistof - Vaillant auroSTEP VSL S 150 S Gebruiksaanwijzing En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De zonnewarmtewisselaar (7) bevindt zich in het onder-
ste deel van de boiler. Deze warmtewisselaar is met het
collectorcircuit verbonden. De warmwaterbereider (4)
dient voor de naverwarming van het boilerwater als de
bestraling door de zon niet voldoende is. Hij is in serie
geschakeld (doorstromingsprincipe).
De beide boilervoelers (6) en (8) melden de telkens op-
genomen temperaturen aan de regeling (3), die in de
boiler geïntegreerd is. Andere in de boilereenheid geïn-
tegreerde onderdelen zijn de collectorpomp (12), die
voor de circulatie van de collectorvloeistof door het
zonnecircuit zorgt, een veiligheidsklep (10) en twee vul-/
aftapkranen (11) en (13). De boiler zelf bevoorraadt
drinkwater dat door de koudwaterleiding (2) naar bin-
nen stroomt en door de warmwaterleiding (5) opge-
warmd weer naar buiten stroomt.
Zonnecircuit
Het zonnecircuit omvat een collector (15), waarvan de
bovenste buisuitlaat met de aanvoerleiding van de kope-
ren collectorvloeistofbuis (1) verbonden is. Het andere
einde van deze leiding is met de bovenste aansluiting
van de zonnewarmtewisselaar (7) verbonden. De onder-
ste aansluiting van de zonnewarmtewisselaar loopt via
een deel van het in de boiler geïntegreerde zonnesy-
steembuizenwerk (9) naar de zuigzijde van de collector-
pomp (12). De pomp pompt de collectorvloeistof in de
retourleiding van de koperen collectorvloeistofbuis (14),
die met de onderste aansluiting van de collector (15)
verbonden is.
In het in de boiler geïntegreerd zonnesysteembuizen-
werk (9) bevinden zich ook de vul- en aftapkranen (11)
en (13) alsmede een veiligheidsklep (10).
Het zonnecircuit bevat een mengsel van collectorvloei-
stof en lucht. De collectorvloeistof bestaat uit een voor-
gemengd water-glycolmengsel, dat ook inhibitoren
bevat. Het systeem wordt slechts gevuld met zoveel col-
lectorvloeistof als er zich bij een uitgeschakeld systeem
in de zonnewarmtewisselaar (7) collectorvloeistof be-
vindt. De collector (15) en de koperen collectorvloeistof-
buizen (1) en (14) daarentegen zijn enkel met lucht ge-
vuld.
Het is niet nodig om een expansievat in het zonnecircuit
te integreren, omdat het zonnecircuit niet compleet met
collectorvloeistof gevuld is. Er bevindt zich wel genoeg
lucht in het circuit, waardoor de volume-uitzetting van
de verhitte collectorvloeistof gecompenseerd kan wor-
den. De lucht in het circuit wint daardoor aan functio-
neel belang. Omdat de lucht absoluut in het systeem
moet blijven, mag er geen ontluchtingsklep in het zon-
nesysteem ingebouwd worden.
Werkwijze van het zonnesysteem
Als het temperatuurverschil tussen de collectorvoeler
(16) en de onderste boilervoeler (8) een bepaalde grens-
waarde overschrijdt, wordt de collectorpomp (12) inge-
schakeld. Die pompt collectorvloeistof uit de zonne-
warmtewisselaar (7) door de retourleiding van de kope-
ren collectorvloeistofbuis (14), de collector (15) en de
Systeembeschrijving auroSTEP 0020064145_00
Systeembeschrijving 2
aanvoerleiding van de koperen collectorvloeistofbuis (1)
terug in de zonnewarmtewisselaar van de boiler.
De lucht die zich voordien nog in de collector (15) be-
vond, wordt uit de collector gedrukt en stroomt via de
aanvoerleiding van de koperen collectorvloeistofbuis (1)
in de zonnewarmtewisselaar (7). Het hoofdaandeel van
de lucht verzamelt zich dan in de bovenste windingen
van de spiraalbuis van de zonnewarmtewisselaar. De
rest van de zonnewarmtewisselaar blijft met collector-
vloeistof gevuld, omdat de inhoud van de collector (15)
en van de koperen collectorvloeistofbuizen (1) en (14)
kleiner is dan die van de zonnewarmtewisselaar (7) in
de boiler.
Zodra de collector (15) en de koperen collectorvloeistof-
buizen (1) en (14) met collectorvloeistof gevuld zijn, ver-
mindert het pompvermogen, omdat door de heel kleine
diameter van de koperen collectorvloeistofbuizen de
aan- en afstromende vloeistofkolommen elkaar compen-
seren. De pomp moet daarom alleen nog de hydrauli-
sche weerstand van het systeem overwinnen.
Als dan na een bepaalde gebruiksduur het temperatuur-
verschil tussen de collectorvoeler (16) en de onderste
boilervoeler (8) onder een volgens de curve vastgelegde
temperatuur komt, schakelt de regeling (3) de collector-
pomp uit en de collectorvloeistof loopt via de retourlei-
ding van de koperen collectorvloeistofbuis (14) en door
de pomp terug in de zonnewarmtewisselaar (7). Tegelijk
wordt de voordien in het bovenste deel van de zonne-
warmtewisselaar aanwezige lucht terug door de aan-
voerleiding van de koperen collectorvloeistofbuis (1), de
collector (15) en de retourbuis van de koperen collector-
vloeistofbuis (14) gedrukt.
Vorstbeveiliging
Blijft het reservoir gedurende langere tijd in een onver-
warmde ruimte buiten gebruik (wintervakantie e.d.), dan
moet het volledig geleegd worden om schade door vorst
te vermijden.
Beveiliging tegen verbranding
Het water in de boiler kan afhankelijk van de zonne-op-
brengst tot 75 °C heet worden.
H
Gevaar!
Om voor een doeltreffende bescherming tegen
verbranding te kunnen zorgen, bouwt u een
thermostaatmenger in de warmwaterleiding in.
Stel de thermostaatmenger in op < 60 °C en
controleer de temperatuur bij een warmwater-
tappunt.
2.6

Buisleidingen voor collectorvloeistof

Het zonnesysteem van Vaillant is een gesloten hydrau-
lisch systeem waarin de warmteoverdracht naar de ver-
bruikers via de speciale warmtedragende vloeistof van
het zonnesysteem alleen via warmtewisselaars kan ge-
beuren. Neem de volgende aanwijzingen in acht om een
correcte werking met een hoogst mogelijke energiebe-
nutting mogelijk te maken:
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave