Attentie!
a
De "koperen collectorvloeistofbuis 2 in 1" kan
in de ommantelde bereiken enkel met de hand
gebogen worden.
Gebruik ter vermijding van ongeoorloofde dia-
metervernauwingen, plooivorming of knikken in
geen geval een buigradius kleiner dan 100 mm.
• Leg de Vaillant "koperen collectorvloeistofbuis 2 in 1"
van het dak tot aan de standplaats van de boilereen-
heid. Houd hierbij rekening met de max. lengte van de
verbindingsleiding en met het vereiste hellingspercen-
tage.
Afb. 5.2 Mantel wegnemen
• Neem de mantel aan de voorkant van de boilereenheid
weg door de mantel boven en onder van de borgklem-
men af te trekken.
a
Attentie!
Let er bij het gebruik van de aanbevolen en be-
veiligde "koperen collectorvloeistofbuis 2 in 1"
bij het afkorten van de koperbuizen en de isola-
tie op, dat u de in de isolatie meelopende elek-
trische leiding voor de verbinding met de zon-
nesensor niet beschadigt.
• Verbind de leiding van de bovenste zonnesystee-
maansluiting op de collector (aanvoerleiding collector-
vloeistof) boven op de zonneboilereenheid met het
linker koperen buisje van de zonneboiler.
• Verbind de leiding van de onderste zonnesysteemaan-
sluiting op de collector (retourleiding collectorvloei-
stof met kabel) boven op de zonneboilereenheid met
het rechter koperen buisje van de zonneboiler.
Neem voor de aansluitsituatie ook de sticker boven-
aan op de boilereenheid in acht.
Installatie- en onderhoudshandleiding auroSTEP 0020064145_00
Gebruik voor de verbinding de klemkoppeling als volgt:
Attentie!
a
Als u klemkoppelingen zonder de steunhulzen
monteert, dan kan de koperbuis vervormd
raken. Een lekkende of beschadigde zonnesy-
steemaansluiting zou het gevolg zijn!
Zorg ervoor dat de klemkoppelingen stevig wor-
den aangedraaid.
Houd de zonnesysteemaansluiting bij het vast-
draaien tegen om schade te vermijden.
Afb. 5.3 Zonnesysteemaansluitingen op de boilereenheid
• Breng een steunhuls (2) tot de aanslag in de koper-
buis (1) naar binnen.
• Schuif een wartelmoer (3) en een klemring (4) op de
koperbuis.
• Steek de koperbuis tot de aanslag op het schroefele-
ment (5) en draai de wartelmoer in deze positie vast.
5.3
Elektrische installatie
5.3.1
Voorschriften
Voor de elektrische installatie dienen de volgende voor-
schriften in acht genomen te worden:
- alle NEN1010 normen
Voor de bedrading moeten gewone leidingen gebruikt
worden.
Gewenste doorsnede van de leidingen:
– Aansluitleiding 230 V
(netaansluitkabel):
– Laagspanningsleidingen
(voelerleidingen):
Voelerleidingen mogen een maximale lengte van 50 m
niet overschrijden.
Aansluitleidingen met 230 V en voelerleidingen moeten
vanaf een lengte van 10 m afzonderlijk geplaatst worden.
Installatie 5
1
2
3
4
5
2
2
1,5 mm
of 2,5 mm
2
0,75 mm
11