4.
Draai de handgreep naar een prettig hanteerbare positie
ten opzichte van de reactiebalk.
Plaats het gereedschap op de schroef die moet worden
vastgedraaid met de reactiebalk op het reactiepunt. Zie
afbeelding 17.
5.
Neem een geschikte houding aan om normale of
onverwachte bewegingen van het gereedschap op te
vangen die worden veroorzaakt door reactiekrachten.
6.
Druk binnen 1 seconde op de trekker en op de knop Veilig
starten, indien aanwezig, om de reactiebalk langzaam in
contact te brengen met het reactiepunt.
De knop Veilig om te starten is alleen nodig om het
gereedschap te starten, niet om het te blijven gebruiken.
OPMERKING: Als u de reactiebalk snel contact laat
maken, kan dit meer gevaar voor uzelf,
schade aan de schroef en het reactiepunt en onnauwkeurige koppel opleveren,
met name bij verbindingen met koppelsnelheid
7.
Druk de schakelaar (en de knop Veilig om te starten, indien beschikbaar) volledig in en houd deze
ingedrukt totdat het gereedschap stopt. Laat dan de schakelaar los.
8.
Verbinding compleet.
Doel
Typische
weergave
Koppeldoelresultaat
Opmerking
(rood weergegeven voor
9.
Haal het gereedschap van de schroef.
TIP:
Wanneer u meerdere schroeven vastdraait op een flens, is het raadzaam elke schroef daarna
te markeren.
De instelling van de draaihoek kan worden gebruikt om een reeds aangedraaide schroef te
identificeren.
Dit is zelfs nog belangrijker wanneer u de doelKOPPEL en -HOEK gebruikt, omdat door het
toepassen van een extra hoek op een vastgedraaide schroef het risico op gevaar voor uzelf,
schade aan de schroef en de flens wordt verhoogd.
Als u de EBT na het aandraaien niet uit de toepassing kunt verwijderen, wordt dit
waarschijnlijk veroorzaakt door een restkoppel tussen het gereedschap en de bout. Door de
ontspanningsmodus in het gereedschapsmenu in te schakelen, verandert het gereedschap
automatisch van richting nadat de verbinding is voltooid, totdat het gereedschap vrij is of de
trekker wordt losgelaten. Dit voorkomt grotendeels dat de sluiting en de reactie worden
'vergrendeld'.
Zie de kleur van de getoonde waarde voor de status geslaagd/mislukt
Koppel
(groen weergegeven voor
mislukking)
Koppel en hoek
Doelresultaat van koppel
en hoek (met eindkoppel)
geslaagd)
AFBEELDING 17 – met de klok mee
Controlekoppel
Het doelresultaat van het
controlekoppel (waarbij het
bereikte koppel en de
beweging van de bouten in
graden wordt
weergegeven)
21