Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sensor Offset; Offset Van De A-Sensor; Offset Van De E-Sensor - Gram bioline BioCompact 210 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Sensor offset

Het volgende deel behandelt de offset van de A- en
E-sensor.
De temperatuur sensoren aangesloten aan de MPC besturing
kunnen onafhankelijk van elkaar gekalibreerd worden met de
parameter cAL.
Offset wordt toegepast bij een afwijking van de werkelijke
temperatuur van de kast in vergelijking met de display en / of
controle metingen door onafhankelijke temperatuurbewaking.
De kast is uitgerust met een sensor (A-sensor) en een extra sensor
(E-sensor).
De A-sensor wordt gebruikt om het koelsysteem van de kast te
regelen en is op een vastgestelde positie in de kast geplaatst, niet
in de opslagruimte. De positie van de A sensor mag niet gewijzigd
worden.
De E-sensor is geplaatst in de opslagruimte van de kast en
kan worden verplaatst voor het gewenste referentiepunt van de
temperatuurweergave. De E-sensor is de standaard display sensor
en voor weergave alarmen. De E-sensor heeft geen invloed op de
regeling van het koelsysteem.
De A-sensor dient gekalibreerd te worden als de werkelijke
temperatuur in de kast afwijkt van de ingestelde temperatuur,
rekening houdend met de schakel-differentie. Offset van de A
sensor wordt "cA" genoemd.
De E-sensor dient gekalibreerd te worden als de werkelijke
temperatuur op de display van de kast, ervan uitgaande dat
de display sensor de E-sensor is, afwijkt van de gebruikte
onafhankelijke temperatuur-bewaking. Kalibratie van de E-sensor
wordt "cE" genoemd.
Praktijkvoorbeeld offset:
Voorbeeld 1 - De temperatuur in de kast is kouder dan de werkelijk
ingestelde temperatuur ("setpoint")
Bij een "setpoint" van +4°C, is de werkelijke temperatuur in de
kast tussen +2 en +4°C. Het gewenste temperatuurbereik is tussen
+3 en +5°C. Dit betekent dat "cA", in dit geval, -1,0K moet zijn,
zodat het koelsysteem 1,0K hoger stopt en start dan de setpoint
normaalgesproken zou verlangen.
Voorbeeld 2 - De temperatuur in de kast is warmer dan de werkelijk
ingestelde temperatuur ("setpoint").
Bij een setpoint van +4°C, is de werkelijke temperatuur in de kast
tussen +4 en +6°C. Het gewenste temperatuurbereik is tussen
+3 en +5°C. Dit betekent dat "cA", in dit geval, 1,0K moet zijn,
zodat het koelsysteem 1,0K lager stopt en start dan de setpoint
normaalgesproken zou verlangen.
26

Offset van de A-sensor

Toets tegelijk
+
Toets
meerdere keren totdat "cAL" wordt getoond in
de display
Toets
om "cAL" te selecteren. de display toont nu
"cA"
Toets
om "cA" te selecteren
Toets
of
om de A-sensor te kalibreren
Toets
om de ingestelde waarde te bevestigen
-De A-sensor is nu gekalibreerd, ga naar overige parametersdoor op
, te toetsen en navigeer met
Verlaat gebruikers menu door op
kast temperatuur wordt weergegeven in de display

Offset van de E-sensor

Toets tegelijk
+
Toets
meerdere keren totdat "cAL" wordt getoond in
de display
Toets
om "cAL" te selecteren. de display toont nu
"cA"
Toets
totdat "cE" wordt getoond in de display
Toets
om "cE" te selecteren
Toets
of
om de E-sensor te kalibreren
Toets
om de ingestelde waarde te bevestigen
- De E-sensor is nu gekalibreerd, ga naar overige parameters door
op
, te toetsen en navigeer met
Verlaat gebruikers menu door op
kast temperatuur wordt weergegeven in de display
langer dan 3 seconden
of
te toetsen totdat de
langer dan 3 seconden
of
te toetsen totdat de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave