2.
Selecteer een draadloos LAN-netwerk of [SSID handmatig invoeren] en druk op [Enter].
3.
Wanneer u [SSID handmatig invoeren] selecteert in stap 2, voer dan de SSID in en druk
vervolgens op de [Enter]-knop.
4.
Voer de netwerksleutel in.
Als u verbinding met een netwerk maakt waarvoor geen netwerksleutel is ingesteld, wordt het
scherm waarop u de netwerksleutel kunt invoeren niet weergegeven. Ga naar stap 5.
5.
Selecteer [DHCP uitschakelen (handm. instell.)] of [DHCP inschakelen (handm. instell.)] en
druk op [Enter].
Als u [DHCP inschakelen (autom. instell.)] selecteert, ga dan verder met stap 10.
6.
Geef het IP-adres van de projector op.
7.
Geef het subnetmasker op.
8.
Geef de standaard gateway op.
9.
Wanneer het bericht "Om de verbinding via WPA/WPA2-EAP uit te voeren, is in het
menu Netwerkinstellingen: Draadloos LAN: Beveiliging een vereiste inst." wordt getoond,
drukt u op de [OK]-knop en gaat u verder met het configureren van de draadloze LAN
instellingen in het menu Netwerkinstellingen. Ga anders verder met stap 10.
Voor meer informatie over het opzetten van een draadloze LAN-verbinding met WPA/WPA2-
EAP, zie Pag. 127 "Menu Netwerkinstellingen".
10.
Selecteer [Doorg. in wizard] of [Wizard afsluiten] in het bevestigingsscherm en druk
vervolgens op de [Enter]-knop.
Om door te gaan naar de bedrade LAN-instellingen, selecteer [Doorg. in wizard]. Voor meer
informatie over het configureren van de bekabelde LAN-instellingen, zie Pag. 69 "Instellingen
bedraad LAN configureren".
Om de netwerkinstellingen te beëindigen selecteert u [Wizard afsluiten].
De installatie van de wireless LAN is voltooid.
Zie Pag. 75 "Een computerscherm via een netwerk projecteren" om een beeld vanaf een
computer te projecteren.
De projector op een netwerk aansluiten
73