Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Plaatsen Van Detectoren En Vluchtplan; Rookdetectoren; Brandontsnappingsplan - Tyco Security Products DSC PowerSeries Neo HS2016 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor DSC PowerSeries Neo HS2016:
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 14

14.0 Het plaatsen van detectoren en vluchtplan

De volgende informatie is uitsluitend bedoeld ter indicatie en het wordt aanbevolen dat de lokale brandweercodes en regels worden
geraadpleegd bij het vinden en installeren van rook-en CO-melders.

14.1 Rookdetectoren

Onderzoek heeft aangetoond dat alle vijandige branden in woningen in meer of mindere mate rook genereren. Experimenten met
typische branden in woningen tonen aan dat detecteerbare hoeveelheden rook voorafgaan aan detecteerbare niveaus van warmte in
de meeste gevallen. Om deze redenen moeten rookmelders buiten elk slaapvertrek en op elke verdieping van het huis worden geïn-
stalleerd.
De volgende informatie is uitsluitend bedoeld ter indicatie en het wordt aanbevolen dat de lokale brandweercodes en regels worden
geraadpleegd bij het vinden en installeren van rookmelders.
Het wordt aanbevolen om meer rookmelders te installeren dan die welke nodig zijn voor minimale bescherming. Bijkomende gebie-
den die beschermd moeten worden zijn onder meer: ​ ​ d e kelder; slaapkamers, met name waar rokers slapen; eetzalen; oven en bij-
keukens; en alle gangen niet beschermd door de benodigde eenheden. Op gladde plafonds kunnen detectoren gespreid worden
geplaatst met 9,1 m (30 voet) tussenruimte als richtlijn. Andere tussenruimte kan nodig zijn, afhankelijk van plafondhoogte, lucht-
beweging, de aanwezigheid van balken, geïsoleerde plafonds, etc. Raadpleeg Nationale wet voor brandalarm NFPA 72,
CAN/ULC-S553-02 of andere passende nationale normen voor installatie-aanbevelingen.
Plaats rookmelders bovenop plafonds met een piek of puntdak; de dode luchtruimte op deze locaties kan voorkomen dat
l
het toestel rook kan detecteren.
Vermijd gebieden met een turbulente luchtstroom, zoals in de buurt van deuren, ventilatoren of ramen. Snelle lucht-
l
beweging rondom de detector kan voorkomen dat rook de melder binnenkomt.
Plaats melders niet in gebieden met een hoge luchtvochtigheid.
l
Plaats melders niet in gebieden waar de temperatuur boven de 38°C (100ºF) komt of daalt tot onder 5°C (41ºF).
l
Rookdetectors dienen in de VS altijd te worden geïnstalleerd in overeenstemming met Hoofdstuk 11 van NFPA 72, Nati-
l
onale wet voor brandalarm: 11.5.1.1.
Indien vereist door de toepasselijke wetgeving, codes of normen voor een specifiek type bewoning, moeten goedgekeurde enkel-
voudige als meervoudige rookmelderstations als volgt worden geïnstalleerd:
1.
In alle slaapkamers en gastenkamers.
2.
Buiten iedere afzonderlijke slaapruimte van onderkomens, binnen 6,4 m (21 voet) van enige deur naar een slaapkamer, waar-
bij de afgelegde afstand moet worden gemeten.
3.
Op iedere verdieping van een onderkomen, inclusief kelders.
4.
Op iedere verdieping van verblijven voor overnachting of zorg (kleine inrichting), inclusief kelders en exclusief kruipruimtes
en onafgewerkte zolders/vlieringen.
5.
In de woonruimte(s) van een gastenverblijf.
6.
In de woonruimte(s) van verblijven voor overnachting of zorg (kleine inrichting).
Afbeelding 1
Afbeelding 3a

14.2 Brandontsnappingsplan

Er is vaak maar heel weinig tijd tussen het ontdekken van brand en het moment waarop die dodelijk wordt. Daarom is het erg
belangrijk dat er een gezinsontsnappingsplan wordt ontwikkeld en geoefend.
1.
Ieder gezinslid dient mee te werken aan de ontwikkeling van het ontsnappingsplan.
Afbeelding 2
- 42 -
Afbeelding 3
Afbeelding 4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave