Aansluiten Van De Ketel; Cv-Systeem - Atag P Series Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor P Series:
- Installatie- en servicemanual (43 pagina's) ,
- Gebruikshandleiding (16 pagina's) ,
- Handleiding (28 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
8
Aansluiten van de ketel
De ketel beschikt over onderstaande aansluitleidingen:
•
CV-leidingen.
Deze bestaan uit ø22 mm knelfittingen waarop de cv-installatie aangesloten kan worden;
•
Gasleiding.
Deze bestaat uit een ø15 mm knelfitting waarop de gasleiding met een gaskraan (niet
meegeleverd) aangesloten kan worden;
•
Condensafvoerleiding.
Dit is een 21,5 mm kunststof flexibele leiding. Hierop kan door middel van een open
verbinding de afvoerleiding aangesloten worden;
•
Rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem. Standaard uitvoering af fabriek ø60/100 mm.
Als accessoire leverbaar een adapter 2x ø80 mm parallel of een adapter concentrisch
ø80/125 mm.
•
Koud- en warmwaterleiding (alleen combiketel).
Deze bestaan uit een ø15 mm knelfittingen waarop de drinkwaterinstallatie aangesloten
kan worden.
•
Expansievataansluiting (zie hoofdstuk 8.2).
Verwijder de dop van aansluiting (3/8") en sluit de expansievatleiding hierop aan.
De ketelaansluitdiameter is niet maatgevend voor de installatiediameter.
Het is aan te bevelen alle ketelaansluitleidingen en/of de installatie schoon te
spoelen en/of schoon te blazen alvorens deze aan te sluiten op de ketel.
Draai knelkoppelingen niet onnodig hard aan.
8.1
CV-systeem
Monteer het cv-systeem volgens de huidige regelgeving.
De ketelleidingen moeten door middel van knelfittingen aangesloten worden op de installatie.
Voor het aansluiten op dikwandige pijp (gelast of gefit), moeten verloopstukken worden
gebruikt.
Bij het verwijderen van de kunststof afdichtdoppen op de leidingen kan vuil
testwater vrijkomen.
De ketel beschikt over een zelfregelend en zelfbeschermend besturingssysteem voor
de belasting. Hierbij wordt het temperatuurverschil tussen het aanvoer- en retourwater
gecontroleerd. Tabel 8.1.a geeft de waterverplaatsing weer die de circulatiepomp kan leveren
bij een bepaalde installatieweerstand.
Waterstroming over toestel
Toelaatbare installatieweerstand
Installatieweerstand
l/min
l/h
kPa
mbar
ALLEEN VOOR DE ERKENDE INSTALLATEUR
P20C
P27C
P35C
13
16
20
760
950
1220
20
20
20
200
200
200
P20EC
P27EC
P35EC
13
16
20
760
950
1220
20
20
20
200
200
200
tabel 8.1.a
27
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
