Vulprocedure
Indien u zelf de cv-installatie wilt bijvullen gaat u als volgt te werk:
(Neem bij twijfel contact op met uw installateur)
1 Sluit de vulslang aan op de koudwaterkraan;
2 Vul de vulslang geheel met drinkwater;
3 Sluit de gevulde vulslang aan op de vul- en aftapkraan van de cv-installatie;
4 Open de vul- en aftapkraan;
5 Open de koudwaterkraan;
6 Vul langzaam de cv-installatie tot 1,5-1,7 bar:
Druk op eco-toets tot A6 (waterdruk). Waarde op het display loopt op;
7 Sluit koudwaterkraan;
8 'P' verschijnt op het display op het moment dat de druk boven
1,3 bar komt:
ontluchtingsprogramma van ca. 7 minuten actief;
9 Ontlucht de gehele cv-installatie: begin op het laagste punt;
10 Controleer waterdruk en vul eventueel bij tot 1,5 tot 1,7 bar;
11 Zorg dat de koudwaterkraan en de vul- en aftapkraan gesloten zijn;
12 Koppel de vulslang los (de slang staat mogelijk nog onder druk, dus er kan water
vrijkomen);
Het kan enige tijd duren voordat alle lucht uit een pas gevulde installatie
is verdwenen. Zeker in de eerste week kunnen geluiden hoorbaar zijn die
wijzen op lucht. De automatische ontluchter in de ketel zal deze lucht laten
verdwijnen, waardoor de waterdruk gedurende deze periode kan dalen en er
water bijgevuld moet worden.
Na beëindigen van het ontluchtingsprogramma ('P') zal de
ketel weer functioneren.
Controleer regelmatig de waterdruk en vul indien nodig bij.
De bedrijfsdruk in de installatie moet in koude toestand
tussen de 1,5 en 1,7 bar zijn.
11