GEBRUIKSAANWIJZING Geluidsmeter PCE-428, PCE-430, PCE-432
Een standaard commando-/antwoordbok bestaat uit een startteken, het ID, het attribuutteken,
commando of data, een eindteken, een block check-teken en de line-back- en carriage-return-tekens,
overeenkomend de volgende tabel:
8.2.1 Start/Stop van de blokoverdracht
Een commando- of antwoordblok bevat starttekens, stoptekens en andere besturingstekens:
8.2.2 Apparaat-ID
Ieder commandoblok bevat een ID. Deze dient ter onderscheiding van meerdere
geluidsmeetapparaten in een netwerk. Wanneer de geluidsmeter een commandoblok ontvangt,
vergelijkt het apparaat de ID in het commandoblok met zijn eigen ID. Wanneer beiden
overeenkomen, wordt de desbetreffende voortgang uitgevoerd. Is dit niet her geval, wordt het bevel
genegeerd. Het door het geluidsmeetapparaat teruggestuurde antwoordblok bevat tevens de ID,
waarmee weer wordt gegeven door wie het blok verstuurd is.
Opmerking: Let erop, dat de ID's van de geluidsmeetapparaten in hetzelfde netwerk verschillend zijn
van elkaar, anders wordt de werking verstoord.
De ID is een byte van het binaire adres. Het bereik ligt tussen 1...255, de bijbehorende hexadecimale
waarde is t 01H ... FFH. Dit betekent dat het commando een broadcast-commando is, indien de ID in
het commandoblok 00H is. De geluidsmeter zal het commando opvolgen zonder datarespons,
ongeacht de eigen ID, wanneer het commando een broadcast-commando is.
8.2.3 ATTR – Attribuutteken
Het ATTR – Attribuutteken geeft het type commando of antwoord weer.
45