GEBRUIKSAANWIJZING Geluidsmeter PCE-428, PCE-430, PCE-432
Wanneer meetresultaten in de profielen 1-3 de "Alarmgrens" overstijgen, licht de led boven de
ON/OFF-toets rood op. De alarmgrens kan ingesteld worden op een waarden 20 en 200 dB. Met de
omhoog-/omlaag-pijltoetsen kunt u de alarmwaarde met stappen van 1 dB verhogen of verlagen.
Met de links-/rechts-pijltoetsen verandert u de waarde stappen van 10 dB.
7.3.6 Geavanceerde instellingen
Met de "Extended fuctions" kunt u instellen welk scherm wordt weergegeven op het display.
Wanneer u een scherm niet geselecteerd heeft, wordt deze niet weergegeven. Houd er rekening
mee, dat het scherm voor het hoofdmenu altijd wordt weergegeven.
7.3.7 Statistische weergave
De databron voor de statistische weergave is standaard ingesteld op SPL. Deze instelling is niet te
wijzigen door de bediener. Wel kan de bediener het filter en de detector voor SPL, alsmede de
statistische waarde, via dit menu instellen.
Modus:
SPL Is standaard ingesteld en kan niet gewijzigd worden.
Filter:
Met de links-/rechts-pijltoetsen kunt u het filter voor de statistische analyse instellen: A, B, C of Z
(lineair).
Detector:
Met de links-/rechts-pijltoetsen kunt u de detector voor de statistische analyse instellen: Fast, Slow
of Imp. (impuls).
LN1 tot LN10:
Met de links-/rechts-pijltoetsen kunt u het procentuele aandeel voor de 10 LN-groepen instellen van
1...99 %.
Voorbeeld: LN1:10 = 80 dB betekent dat in de integrale periode 10 % van de meetdata boven de 80
dB ligt. Het LN-resultaat is afhankelijk van de integrale periode. Het resultaat wordt gereset, wanneer
een nieuwe integrale periode start.
31