Een loopfrase creëren
Opnemen terwijl u naar het ritmegeluid luistert
Naast de track kan de RC-600 ook een "Rhythm" (ritme) afspelen.
U kan opnemen terwijl er een ritme weerklinkt aan het tempo dat
u opgeeft.
Een ritme laten klinken
1 .
Druk op de [RHYTHM]-knop.
Het ritme schakelt in (opgelicht) of uit (niet opgelicht) of is klaar
om het ritme te spelen (knipperend) telkens u op de knop drukt.
Het tempo van het ritme instellen
1 .
Druk op de [TAP TEMPO]-knop.
Het tempo-instellingenscherm verschijnt.
2 .
Draai aan de [4]-regelaar terwijl het tempo-
instellingenscherm wordt weergegeven om het tempo
in te stellen.
Waarde
40.0-300.0
MEMO
Druk op en draai aan de [4]-regelaar om een waarde in
decimale punten in te stellen.
Tiktempo
U kan het tempo instellen door aan het gewenste interval op een
knop te drukken.
1 .
Druk meermaals op de [TAP TEMPO]-knop op maat van
het gewenste tempo.
MEMO
Als u de [TAP TEMPO]-knop lang ingedrukt houdt tot hij rood
knippert, keert het tempo terug naar de standaardwaarde.
5 Het opgegeven tempo kan worden opgeslagen als een
instelling in het geheugen.
& "Een geheugen opslaan (WRITE)" (p. 13)
5 U kan het volume en het ritmetype (variatie) specificeren, en
hoe het ritme speelt.
& "De ritme-instellingen bewerken" (p. 16)
12
Input FX gebruiken
U kan input FX toepassen op het ingangsgeluid.
1 .
Druk op de [LOOP]-knop.
Het LOOP-scherm wordt weergegeven.
2 .
Gebruik de PAGE [J]-knop om van pagina te wisselen
en druk vervolgens op de [1] (INPUT FX)-regelaar.
3 .
Draai aan de [1]–[4]-regelaars om de effecten (FX A-D)
in/uit te schakelen.
Schakelen tussen banken
4 .
Gebruik de PAGE [J]-knop om van pagina te wisselen
en draai vervolgens aan de [1] (BANK)-regelaar om de
bank te selecteren.
Track FX gebruiken
5 .
Om track FX toe te passen op een track die al is
opgenomen, gebruikt u dezelfde bewerking als bij de
input FX nadat u op de [2] (TRACK FX)-regelaar heeft
gedrukt, zoals vermeld in stap 2.
5 U kan de effecten die u heeft geconfigureerd als instellingen
in het geheugen opslaan.
& "Een geheugen opslaan (WRITE)" (p. 13)
5 U kan schakelen tussen de effecttypen die aan de [A]-[D]-
knoppen zijn toegewezen en de manier waarop de effecten
klinken, wijzigen.
& "Bewerken van de Input FX/Track FX-instellingen" (p. 17)