5 Elektrische aansluitingen
Algemeen
en binnenmodule hebben geen werk
De
schakelaar op de ingaande voeding. Daarom moeten de
toevoerkabels elk met een eigen schakelaar worden
verbonden met een schakelafstand van minimaal 3 mm.
De ingaande voeding moet 230V ~50Hz zijn en ver
lopen via een elektrische verdeelkast met zekeringen.
• Ontkoppel de binnenmodule en de buitenmodule
, voordat u een isolatietest van de
bedrading in het pand uitvoert.
• Kijk voor de zekeringcapaciteit bij de technische gege-
vens bij "Zekering".
• Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschake-
laar, moet de
afzonderlijke aardlekschakelaar.
• De elektrische installatie en eventuele servicewerk-
zaamheden moeten worden uitgevoerd met toestem-
ming van de energieleverancier en onder toezicht van
een erkende elektrotechnische installateur.
• Breng de kabels zo aan dat ze niet beschadigd raken
door metalen kanten of beklemd zitten tussen panelen.
• De
is voorzien van een enkelfasige
compressor. Dat houdt in dat een van de fasen
tijdens bedrijf van de compressor met een bepaald
aantal A wordt belast. Controleer de max. belasting in
de tabel hieronder.
Buitendeel
28
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
worden voorzien van een
Maximale stroom (A)
15
16
16
• De max. toegestane fase-afname kan worden beperkt
tot een lagere max. stroom in het binnendeel of de
bedieningsmodule.
Voorzichtig!
De elektrische installatie en het onderhoud
moeten worden uitgevoerd onder toezicht van
een erkend elektrotechnisch installateur.
Schakel, voordat u met het onderhoud aan-
vangt, de stroom uit met de aardlekschakelaar.
De elektrische installatie en de bedrading
moeten worden uitgevoerd conform de gelden-
de landelijke voorschriften.
Voorzichtig!
Controleer voordat het apparaat wordt gestart
de aansluitingen, de netspanning en de fase-
spanning om schade aan de elektronica van de
lucht-/water-warmtepomp te voorkomen.
Voorzichtig!
Tijdens het aansluiten moet rekening worden
gehouden met de externe regeling.
Voorzichtig!
Als de voedingskabel beschadigd is, mag deze
uitsluitend worden vervangen door
, zijn servicevertegenwoordiger of een
soortgelijke erkende persoon om gevaar en
schade te voorkomen.