Flexcon
M-K Installatie- en bedieningshandleiding
®
Geluidreductie
Bij de constructie van installaties moeten maatregelen voor geluidreductie genomen worden. Met name trillingen in de installatie
(leidingen) kunnen worden gedempt door toepassing van isolatie tussen contactvlakken.
NOODSTOP / NOOD-UIT
IOm te voldoen aan richtlijn 2006/42/EG wordt een NOODSTOP-voorziening aangeboden via de hoofdstroomschakelaar op de
besturing. Deze schakelaar scheidt de fasen en de neutralen. Wanneer extra veiligheidsvoorzieningen met NOOD-UIT faciliteit
vereist zijn vanwege de uitvoering en bediening van de warmtegenerator dienen deze op de locatie te worden aangebracht.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
NLD
PBM moet worden gebruikt bij het uitvoeren van potentieel gevaarlijke werkzaamheden en andere activiteiten (bijv. lassen) om het
risico van persoonlijk letsel te voorkomen of te minimaliseren indien geen andere maatregelen kunnen worden genomen. Deze
dienen te voldoen aan de eisen gesteld door de hoofdaannemer of gebruiker van de opstellingsruimte of de locatie in kwestie.
Indien geen eisen worden gesteld voor de bediening van de automaat zijn geen PBM vereist. Minimum eisen zijn goed passende
kleding en stevige, gesloten schoenen met anti-slipzolen.
Andere werkzaamheden vereisen de beschermende kleding en uitrusting die noodzakelijk zijn voor de activiteit in kwestie (bijv.
transport en montage: goed passende werkkleding, voetbescherming [veiligheidsschoenen met verstevigde neuzen], hoofdbe-
scherming [veiligheidshelm], handbescherming [beschermende handschoenen]; Onderhoud, reparatie en revisie: goed passende
werkkleding, voetbescherming, handbescherming, oog-/gezichtsbescherming [veiligheidsbril].
Toegestane druk- / temperatuurniveaus overschrijden
Van uitrusting die wordt gebruikt in combinatie met de expansie-automaat moet gewaarborgd zijn dat de toegestane bedrijfstem-
peratuur en de toegestane mediumtemperatuur (warmte-overdrachtmedium) niet kunnen worden overschreden. Overmatige druk
en temperatuur kunnen tot overbelasting van componenten, niet te repareren schade aan componenten en functieverlies leiden,
en als gevolg daarvan ernstig persoonlijk letsel en schade aan eigendommen. Regelmatig dienen controles/inspecties van deze
beveiligingen uitgevoerd te worden.
Systeemwater
Water onbrandbaar, zonder vaste deeltjes of langvezelige componenten dat geen gevaar oplevert voor de werking vanwege haar
bestanddelen, en dat geen invloed heeft op of schade veroorzaakt aan de waterdragende componenten (bijv.: onder druk staande
componenten, de balg, vataansluiting) van de expansie-automaat.
Watervoerende delen zijn leidingen, slangen aangesloten op het vat en systeemaansluitingen inclusief ventielen, sensors of het
vat zelf en de balg van het vat. Toepassing van een verkeerd medium kan tot een verminderde werking en schade aan
componenten leiden en - als gevolg daarvan - ernstig persoonlijk letsel en schade.
Beveiligingen
De geleverde uitrusting is voorzien van de vereiste veiligheidsvoorzieningen. Om hun effectiviteit te testen of de opbouwcondities
te herstellen, moet de uitrusting eerst uit bedrijf genomen worden. Het systeem buiten bedrijf stellen betekent dat de voeding
moet worden uitgeschakeld en hydraulische aansluitingen moeten worden afgesloten om toevallig of onbedoeld in bedrijf stellen
tegen te gaan.
Mechanische gevaren:
Behuizingen van compressors en ventilators voorkomen persoonlijk letsel dat door bewegende onderdelen kan worden veroor-
zaakt. Controleer vóór de inbedrijfstelling dat deze goed bevestigd zijn. Het veiligheidsventiel dat verbonden is met het perslucht-
reservoir van het vat, zorgt ervoor dat de maximum persluchtstroom van de compressor wordt afgevoerd wanneer de drukrege-
ling defect raakt. Het is niet bedoeld als bescherming tegen overmatig hoge druk binnen de verwarmings- of koelinstallatie.
Elektrische gevaren:
De internationale beschermingsklasse (IP) van elektrische componenten voorkomt persoonlijk letsel als gevolg van elektrocutie,
die dodelijk kan zijn. De beschermingsklasse indien uitgerust met K04 compressors is gewoonlijk IP54 (5: toegang met draad
onmogelijk, beschermd tegen stof, 4: beschermd tegen opspattend water). De beschermingsklasse voor compressors K01- K03
is IP23 (2: bescherming tegen aanraken met de hand, bescherming tegen vreemde deeltjes van ø12.5; 3: bescherming tegen
water dat tot 60° van verticaal druppelt). Deksels van de besturing en motorklemmenkast, de kap van de compressor, de
kabeldoorvoeren en de ventielaansluitstekkers moeten voor de inbedrijfstelling op hun effectiviteit worden gecontroleerd. De
geïnstalleerde druk- en volumesensors worden bediend met veilige extra-lage spanning.
Vermijd laswerkzaamheden aan extra uitrusting die geleidend verbonden is met de compressor en de besturing. Lekkende
lasstroom of een ondeugdelijke massa-aansluiting kunnen tot brand en schade aan onderdelen van de automaat (bijv. de
besturing) leiden.
73