Vat aftappen / opnieuw vullen.
Moet expansiewater uit het hoofdvat of de hulpvaten worden afgetapt, voer dan de volgende handelingen uit:
• Noteer het actuele volumeniveau (%) zoals aangegeven op de display van de SPC besturing.
• Reset naar startmenu (Overzicht menu-opties; menuregel 8-6).
• Schakel de besturing UIT.
• Sluit de kogelklep aan de expansieleiding (Systeemaansluiting) en aan de vataansluitingen.
• Voer de vereiste werkzaamheden aan het vat uit (aftappen, service, reparatie, enz.).
• Schakel de besturing IN en voer de startmenuprocedure uit (zie overzicht menu-opties; menuregel 9...9-9).
• Vul het hoofdvat en (indien van toepassing) de hulpvaten. Het zelfstellende volumeniveau kan in de display van de besturing
worden gecontroleerd en het vulproces moet worden onderbroken zodra de eerder genoteerde doelwaarde is bereikt.
Advies: Tijdens het vullen moet de bedrijfsdruk ca. 1,5 bar lager zijn dan de voedingsdruk van de toevoerleiding, of als zodanig
worden ingesteld (zie overzicht van menu-opties, 9-8). Zorg ingeval van meerdere vaten dat het op peil brengen van het volume
vertraagd wordt. Ontgas het waterreservoir (Handmatig ontluchtingsventiel, pos. 10, pagina 11; niet van toepassing wanneer
automatische ontluchters zijn geïnstalleerd).
• Koppel de vuluitrusting los en controleer bedrijfsgereedheid.
• Reset indien nodig de waarde voor de bedrijfsdruk (zie overzicht menu-opties, 9-8 of 8-1-1).
• Open alle eerder gesloten ventielen (gesloten).
• Bedrijfsmodus is hersteld.
9. Buitenbedrijfstelling, Demontage
Aan het einde van de levensduur of bij een geplande uitschakeling van de uitrusting dient u ervoor te zorgen dat de uitrusting
wordt uitgeschakeld en van de elektrische voeding wordt losgekoppeld. De aansluitingen van het hydraulisch systeem en de
bijvulaansluitingen (indien aanwezig) moeten gesloten zijn.
!
Let op! waterhoudende componenten moeten eerst drukloos en leeg worden gemaakt en het systeemwater mag uitsluitend
conform de toepasselijke regels worden hergebruikt of een andere bestemming krijgen. Dit water kan behandeld zijn en kan
antivries of andere substanties bevatten.
De bestemming voor verdere verwerking van de onderdelen van de constructie moet worden bepaald in overleg met de afvalver-
werker.
94