4-ROOKKANAAL
EXTERNE LUCHTINLAAT
Het is verplicht om een geschikte externe luchtinlaat te voorzien, zodat de nodige verbrandingslucht kan worden aangevoerd voor de
correcte werking van het toestel. De luchttoevoer van buiten naar het lokaal van de installatie kan rechtstreeks gebeuren, via een opening
op een buitenmuur van het lokaal (deze oplossing geniet de voorkeur, zie afbeelding 9 a), of onrechtstreeks, door afname van lucht uit
aangrenzende lokalen die permanent met het lokaal van de installatie in verbinding staan (zie afbeelding 9 b). Het aangrenzende lokaal
mag echter in geen geval een slaapkamer, autostalling, garage of in het algemeen een lokaal zijn waar er brandgevaar bestaat. Tijdens de
fase van de installatie moet men de minimale afstanden controleren die nodig zijn om lucht van buitenaf aan te voeren. Houd rekening
met de aanwezigheid van deuren en ramen, die een invloed kunnen hebben op de correcte aanvoer van lucht naar het product (zie
onderstaand schema).
De luchtinlaat moet een minimale totale netto oppervlakte van 150 cm2 hebben (voor open haarden/inbouwelementen - 100 cm2
voor kachels): deze oppervlakte moet proportioneel worden vergroot als er in het lokaal andere actieve generatoren zijn (bijvoorbeeld:
elektrische ventilator voor extractie van de vervuilde lucht, keukendampkap, andere kachels, enz.), die voor onderdruk in de omgeving
kunnen zorgen. Het is noodzakelijk om te laten controleren of de drukval tussen de kamer en de buitenlucht niet meer dan 4 Pa bedraagt
wanneer alle toestellen aan staan. Vergroot indien nodig de doorsnede van de ingang van de luchtinlaat, die uitgevoerd moet worden op
een hoogte nabij de vloer en altijd afgeschermd met een extern beschermrooster om vliegende dieren te weren, en zodanig dat er geen
voorwerpen de opening kunnen verstoppen.
AFBEELDING 9 a - rechtstreeks van buiten
MIN.1,5 m
12
B
A
MIN.1,5 m
MIN.0,3 m
MIN.1,5 m
AFBEELDING 9 b - onrechtstreeks via aanpalend lokaal
B
C
A=LUCHTINLAAT
B=TE VENTILEREN LOKAAL
C=VERGROTING VAN DE SPLEET ONDER DE DEUR
Het is mogelijk om de lucht die nodig is voor
de verbranding rechtstreeks aan te sluiten op
de externe luchtinlaat via een buis die niet kan
worden samengedrukt (vb. een spiraalbuis). In
het geval van kanaliseringen tot 3 meter moet de
doorsnede met circa 5% vergroot worden, terwijl
deze voor grotere maten met 15% verhoogd
moet worden.
AFBEELDING 10
A