Papier en ander afdrukmateriaal
−
Voor invoer met de korte kant eerst plaatst u de etiketten met de beeldzijde omlaag en met
de bovenrand naar links.
Opmerkingen:
•
Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als u te veel afdrukmateriaal in
de lade plaatst, kunnen er storingen optreden.
•
Druk niet af op een etiketvel waarop een etiket ontbreekt.
•
Haal het papier pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken. Zo worden papierstoringen
voorkomen en loopt het papier niet vast.
4.
Pas de papierbreedtegeleiders aan, zodat ze de randen van het papier net raken.
5.
Kies een optie wanneer u daarom wordt gevraagd:
Bevestig de papiersoort en het papierformaat door op Bevestigen te drukken.
−
−
U selecteert een nieuw papierformaat door op Formaat te drukken. U selecteert een nieuwe
papiersoort door op Soort te drukken. U selecteert een nieuwe papierkleur door op Kleur te
drukken. Druk als u klaar bent op Bevestigen.
Opmerkingen:
•
Als u het papierformaat, de papiersoort en de -kleur wilt wijzigen als het bedieningspaneel is
vergrendeld, meld u dan aan als systeembeheerder.
•
Zie
Papierformaat, -soort en -kleur wijzigen
®
74
Xerox
WorkCentre
Handleiding voor de gebruiker
®
7970-multifunctionele printer
op pagina 62 voor meer informatie.