Probleem
Kleuren te licht of te donker
De afdruk- of kleurdensiteit is te licht,
ontbreekt of de achtergrond is wazig.
Vertikale witte lijnen of strepen - één
kleur
Er zijn lijnen of strepen zichtbaar in één
kleur van uw afdrukken.
Toner ontbreekt of kan gemakkelijk
worden weggeveegd
Toner ontbreekt op de afdruk of kan
gemakkelijk worden weggeveegd.
Oplossing
6. Controleer of het gebruikte papier de juiste papiersoort voor de printer is
en op de juiste wijze is geplaatst. Zie
voor meer informatie.
7. Controleer of het papier dat in de lade is geplaatst, overeenkomt met de
papiersoort die via het bedieningspaneel en in de printerdriver is
geselecteerd.
8. Als u procedures voor het oplossen van afdrukkwaliteitsproblemen wilt
afdrukken, selecteert u Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
Selecteer vervolgens Apparaatinformatie>Informatiepagina's>Pagina
voor oplossen van problemen met afdrukkwaliteit >Afdrukken.
Als de kleurenreferentiepagina er correct uitziet, werkt de printer goed.
De afdrukkwaliteitsproblemen worden mogelijk veroorzaakt door uw
applicatie of verkeerde instellingen in de printerdriver.
9. Als de kleurenreferentiepagina niet correct is, voert u de
kleurkalibratieprocedure uit. Selecteer op het bedieningspaneel
Apparaatstatus en selecteer vervolgens Hulpprogramma's>Problemen
oplossen>Kalibratie>Afdrukkalibratie>Volgende en volg de instructies
op het scherm op.
10. Druk de testpagina's af om de betreffende kleur te bepalen.
11. Als u de lenzen van de printkop voor de betrokken kleur wilt reinigen,
trekt u de reinigingsstang naar buiten totdat deze niet verder kan en
duwt u hem vervolgens weer helemaal naar binnen. Herhaal dit drie
maal. Herhaal deze procedure vervolgens voor elke betrokken kleur. Zie
De lenzen van de printkop reinigen
Opmerking:
Als u procedures voor het oplossen van
afdrukkwaliteitsproblemen wilt afdrukken, selecteert u Apparaatstatus op
het bedieningspaneel. Selecteer vervolgens
Apparaatinformatie>Informatiepagina's>Pagina voor oplossen van
problemen met afdrukkwaliteit >Afdrukken.
12. Controleer of het gebruikte papier de juiste papiersoort voor de printer is
en op de juiste wijze is geplaatst. Zie
voor meer informatie.
13. Voer de procedure Papiersoort kalibreren uit. Raadpleeg
de printer optimaliseren
14. Selecteer een zwaarder papier op het bedieningspaneel.
Opmerkingen:
Papiersoorten van lichtst naar zwaarst zijn:
• Voor ongecoat papier: gewoon, licht karton, karton en zwaar karton.
• Voor gecoat papier: licht glanzend karton, glanzend karton en zwaar
glanzend karton.
®
Xerox
WorkCentre
Problemen oplossen
Ondersteund papier
op pagina 188 voor meer informatie.
Ondersteund papier
op pagina 43 voor meer informatie.
®
7970-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
op pagina 52
op pagina 52
Prestaties van
275