STORINGEN VERHELPEN
5.1.3
Overige elektrische problemen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Geen spanning na het
starten van de motor
Te lage spanning
onbelast (minder dan
210V)
Uitgangsbelasting te
laag onder belasting
(minder dan 210V). De
onbelaste spanning is
wel in orde.
Uitgangsspanning te
hoog (hoger dan 245V)
Uitgangsspanning
varieert snel
De generatorset kan
Wanneer de generatorset een elektromotor
een elektromotor niet
(230V) niet kan opstarten komt dit meestal
op gang krijgen
omdat de motor voor opstarten meer stroom
vraagt dan de generator kan leveren.
26
• Hoofdschakelaar staat uit of zekering defect.
• Te laag toerental van de motor.
• Remanent magnetisme generator verdwenen.
• Condensator los of defect.
• Diodes in de rotor defect.
• Generatorset wordt niet of minimaal belast.
• Dieselmotor haalt het vereiste toerental niet.
• Defecte condensator.
• Defecte diode in de rotor.
• Generatorset is overbelast.
• Dieselmotor haalt het vereiste toerental niet.
• Defecte condensator.
• Dieselmotor draait met te hoog toerental.
• Te hoge bekrachtiging wegens defecte
condensator.
• Een sterk capacitieve belasting aanwezig.
• Beïnvloeding van de generatorspanning door
gebruikers.
• Onregelmatig lopende dieselmotor.
Wat te doen?
Controleer schakelaars en meet direct op de
aansluitklemmen van de generator.
Controleer het toerental van de motor en pas dit
aan (zie de speciale procedures).
Controleer de remanente spanning en flash de
generator (zie de speciale procedures).
Voer een test uit door onafhankelijk te
bekrachtigen om vast te stellen of het probleem
in de generatorwikkelingen zit of in de
condensator (zie de speciale procedures).
Controleer de diodes in de rotor (zie de speciale
procedures). De Whisper 3.5 heeft twee diodes
in de rotor. Het gebeurt zelden dat alle twee
defect zijn. Bij één kapotte diode is de spanning
laag, maar niet helemaal afwezig.
Schakel een belasting bij.
Controleer het motortoerental met een
frequentiemeter. Stel het juiste toerental (zie de
speciale procedures).
Controleer de condensator.
Vervang de condensator (zie de speciale
procedures).
Controleer en vervang de diode(s) in de rotor
(zie de speciale procedures).
Schakel een deel van de gebruikers af.
Zie bij motor toerental problemen.
Vervang de condensator (zie de speciale
procedures).
Controleer het motortoerental en stel dit bij (zie
de speciale procedures).
Controleer de condensator en vervang deze
indien nodig (zie de speciale procedures).
Compenseer deze capaciteit of raadpleeg een
elektrotechnisch specialist.
Controleer de belasting op sterk wisselende
stroomafname.
Indien de motor onregelmatig loopt zoek hiervan
de oorzaak (zie bij storingen motor).
Controleer de aanloopstroom van de motor.
Deze mag niet groter zijn dan 70% van de
generatorsetcapaciteit. Monteren van sterkere
condensatoren in de motor of een "soft-start"
kan een oplossing bieden. Neem hierover
contact op met Mastervolt.
Copyright © 2009 Mastervolt / December 2009 / WHISPER 3.5 / NL