ONDERHOUD
4.2.4
Brandstoffilter vervangen
Vervanging
van
het
brandstofvervuiling, maar zou minstens eens per 1000
draaiuren moeten gebeuren. Draai de brandstofkraan van
de tank dicht. Klem voor het vervangen van het filter de
toevoerleiding af. Verwijder de slangen van het filter en
maak deze weer vast aan het nieuwe filter. De pijl op het
filterhuis geeft de doorstroomrichting aan. Een verstopt
filter resulteert in een teruglopen van het vermogen van de
generatorset.
4.2.5
Oliezeefje reinigen
Onder aan de motor bevindt zich een plug met een
oliezeefje met magneet om metaaldeeltjes uit de olie te
filteren. Eens per 1000 uur of indien de olie vervuild is
dient men dit te reinigen door het in een oplosmiddel uit te
spoelen.
Via een dop onder aan de geluidskast is de plug met het
zeefje bereikbaar. Voordat men het zeefje los neemt moet
de olie worden afgetapt met de carteraftappomp. Stop een
doek onder de plug om morsen van olie in de geluidskast
te voorkomen.
4.3
PERIODIEKE CONTROLES
Nadat u periodiek onderhoud heeft uitgevoerd, dient u de
teller voor onderhoudstijd terug te stellen (dit geldt niet
voor de dagelijkse controles). Raadpleeg hiertoe de
bedieningshandleiding van de MasterView Easy
CONTROLEER DAGELIJKS:
•
Oliepeil (zie afbeelding 13) Pas op dat het olieniveau
niet lager is dan het merk.
•
Controleer slangen op lekkage en schavielen;
•
Controleer het buitenwaterfilter.
1
1
Vuldop
2
Minimum oliepeil
3
Maximum oliepeil
Afbeelding 13
22
filter
hangt
af
van
3
2
NA DE EERSTE 50 DRAAIUREN:
•
de
Ververs de smeerolie.
Laat de motor eerst warmdraaien, stop hem en tap dan
de olie af. Pomp de olie met de aftappomp in een vat
of blik. Vul de motor met nieuwe olie. Start de motor en
laat die vijf minuten draaien. Stop de motor en geef de
olie de tijd om terug te zakken in het carter. Controleer
dan het oliepijl en vul olie bij indien nodig;
•
Controleer
verbindingen en zet ze aan waar nodig. Besteed extra
aandacht aan het brandstofsysteem;
•
Observeer de uitlaatgassen onder volle belasting. De
uitlaatgassen mogen geen roetdeeltjes bevatten. Laat
de motor nooit doorlopen met vuile uitlaatgassen
zonder de oorzaak te onderzoeken. Voorkom schade
door het doordraaien met een defect;
•
Controleer regelmatig de werking van de beluchter in
de koelwatertoevoerleiding. Indien de beluchter niet
goed werkt kan door hevelen de motor vol water raken
en waterslag het gevolg zijn. Waterslag ontstaat bij
pogingen de motor te starten met water in de cilinder.
Daar water niet samendrukbaar is, veroorzaakt
waterslag grote schade aan de motor.
•
Controleer alle elektrische verbindingen.
IEDERE 150 UUR:
•
Ververs de olie;
•
Controleer het niveau van het accuzuur (niet mogelijk
bij een Mastervolt accu; deze is onderhoudsvrij en mag
daarom nooit geopend worden!).
•
Controleer de accupolen op corrosie;
•
Controleer de impellerpomp.
De neopreen impeller van de koelwaterpomp heeft een
beperkte levensduur en moet daarom regelmatig
worden gecontroleerd. De levensduur van de impeller
hangt sterk af van de mate waarin het buitenwater
verontreinigd is en of er sprake is van slib of zand in
het water)
Wanneer men de impeller vervangt, controleer dan ook de
pakking van het pompdeksel. Zorg dat er een pakking
aanwezig is alvorens de pomp te openen en bestel met
een nieuwe impeller steeds een nieuwe pakking. Verwijder
het deksel om toegang te krijgen tot de impeller. Verwijder
de oude impeller met behulp van 2 schroevendraaiers.
Monteer de nieuwe impeller en smeer er wat vet op. Richt
de vinnen tegen de draairichting van de pomp. De pomp
draai rechtsom.
IEDERE 300 UUR:
•
Vervang de impeller van de buitenwaterpomp;
•
Controleer de klepspeling; zonodig bijstellen.
Copyright © 2009 Mastervolt / December 2009 / WHISPER 3.5 / NL
bouten
en
moeren,
koppelingen
en