PROBLEEM
Regelaar blijft continu in
bulkmodus (led-lampje voor
bulk blijft branden).
Alpha Pro-regelaar keert niet
terug naar bulkmodus
wanneer een hoge belasting
wordt ingeschakeld
Dynamo wordt heet terwijl
motor niet draait
Uitgangsspanning te hoog
Laadspanning blijft te lang/te
kort in absorptiemodus
Alpha Pro-regelaar staat in
floatstand, maar
accuspanning staat nog
steeds op absorptie- of
bulkniveau
Alpha dynamo & Alpha Pro regelaar – Gebruikershandleiding
MOGELIJKE OORZAAK
• Onjuiste kalibratie van de
toerenteller.
• Dynamo is overbelast.
• Defecte accu's, kortsluiting tussen
cellen.
• Defecte dynamo
• Capaciteit van de dynamo is te
laag.
• Zodra de regelaar in de
absorptiemodus staat, wordt een
timer gestart. Na deze tijd schakelt
de regelaar over op float en blijft
deze modus actief.
• Rotorveldwikkelingen worden nog
steeds bekrachtigd terwijl de motor
niet draait.
• Regelaar is nog steeds aan (bulk-
/abs-/flo-led brandt)
• De regelaar meet een te lage
accuspanning en probeert deze te
compenseren.
• Onjuiste instelling van de
laadspanning
• Reg aan is aangesloten op de
verkeerde accu
• Bij niet-Mastervolt dynamo's:
veldaansluiting aangesloten op de
veldaansluiting van de regelaar [D-]
is niet geïsoleerd van aarde.
• Verkeerde instelling van de
absorptietimer.
• Een ander apparaat laadt de accu's
op.
OPLOSSING
Stel de toerenteller af op basis van de
poelieverhouding.
Schakel een lading uit; (deel van)
verbruikers.
Controleer de accu's en vervang ze indien
nodig.
Dynamo controleren en indien nodig
vervangen.
Gebruik een dynamo met meer capaciteit
of verhoog de laadcapaciteit door een
extra lader te gebruiken. Vraag uw
Mastervolt-vertegenwoordiger om advies.
Hij keert terug naar Bulk wanneer de
spanning daalt tot onder xx.xV
12,8V/25,6V
Schakel de gelijkstroom onmiddellijk uit
om te voorkomen dat veldwikkelingen van
de dynamo beschadigd raken door over-
verhitting. Controleer of het oliedrukcon-
tact of het ontstekingsrelais correct werkt.
Deze schakelaar (S1) moet open zijn als
de motor niet draait. Controleer bedrading
tussen accu en aansluiting [reg aan].
Controleer de bedrading tussen de accu
en de aansluiting [reg aan] op corrosie.
Controleer op een spanningsval over de
oliedrukschakelaar (S1) (indien
aanwezig). De lijn tussen de accu en [reg
aan] mag niet worden gebruikt door
andere belastingen.
Pas de laadspanning aan.
Sluit de draad "reg aan" aan op de accu
die wordt opgeladen
Controleer of het veld geïsoleerde
spanning op aansluiting [D-] is en meet de
nominale accuspanning. Als deze
spanning 0 V is, controleer dan of de
aansluiting [D-] is geïsoleerd van aarde.
Pas de absorptietimer aan (zie de
paragraaf MasterBus-instellingen
Schakel alle andere laadapparaten uit en
controleer de accuspanning opnieuw.
27