4.6
BEDRADINGSINSTRUCTIES
4.6.1
Algemeen
WAARSCHUWING!
Laat installatiewerkzaamheden uitvoeren door een bevoegd elektricien. Voordat u
begint met het aansluiten van de bedrading, moet u ervoor zorgen dat de DC-
distributie spanningsvrij is.
LET OP!
Kortsluiting of ompoling kan ernstige schade veroorzaken aan de accu's, de dynamo,
de Alpha Pro-regelaar, de bekabeling en/of de aansluitingen. Zekeringen kunnen
schade door omgekeerde polariteit niet voorkomen. Schade als gevolg van ompoling
wordt niet gedekt door de garantie.
LET OP!
Te dunne kabels en/of losse verbindingen kunnen gevaarlijke oververhitting van de
kabels en/of aansluitingen veroorzaken. Haal daarom alle verbindingen goed aan om
de overgangsweerstand zoveel mogelijk te beperken. Gebruik alleen kabels met de
juiste doorsnede. Zie de specificaties (hoofdstuk 9) voor aanbevolen kabelgroottes en
aandraaimoment.
• Gebruik de meegeleverde kabelconstructie om de Alpha Pro-regelaar aan te sluiten
• Gelijkstroomkabels om de accu aan te sluiten op de dynamo worden niet meegeleverd.
• De bedrading van de dynamo is elektrisch geïsoleerd van aarde.
• Installeer volgens installatietekening
-
Voor Alpha-dynamomodel 12/90: zie APPENDIX Afbeelding A-6
-
Voor Alpha-dynamomodellen 12/130, 24/75 en 24/110: zie APPENDIX Afbeelding A-7
-
Voor Alpha-dynamomodel 24/150: zie APPENDIX Afbeelding A-8
•
Er moet een DC-zekering worden opgenomen in de positieve kabel tussen de accu en de dynamo (zie
hoofdstuk 9 voor specificaties). Installeer de DC-zekering van de DC-distributie niet voordat de volledige
installatie is voltooid.
•
De tweepolige connector van de kabelconstructie gaat in de veldconnector van de dynamo. Neem passende
maatregelen om een trekontlasting voor deze connector te waarborgen.
Opmerkingen:
-
Als een accu-isolator wordt gebruikt om meer dan één accu op te laden, mag de rode draad van de
kabelconstructie niet worden aangesloten op de B+ -aansluiting van de dynamo maar op de positieve (+) pool
van de accu.
-
Alleen van toepassing op niet-Mastervolt-dynamo's: Bij de meeste andere merken is er een interne verbinding
tussen de negatieve veldaansluiting van de dynamo (D–) en de dynamobehuizing (GND). Zorg ervoor dat u
deze aansluiting vóór de installatie verwijdert. Zie APPENDIX deel 2.5.
4.6.2
Reg aan
De draad "reg aan" moet worden onderbroken met een relais of een ongeaarde oliedrukschakelaar. Als u een
relais gebruikt, kan dit relais worden gevoed via het contactslot.
LET OP!
De draad "reg aan" moet naar de positieve aansluiting van de accu lopen die wordt
opgeladen, aangezien dit ook de spanningsmeting voor de regelaar is. Anders kunnen
de accu's overladen en beschadigd raken. Zie afbeelding 7.
Als de motor niet draait, moet schakelaar "S1" open staan, anders kunnen de
veldwikkelingen van de dynamo beschadigd raken door oververhitting.
Alpha dynamo & Alpha Pro regelaar – Gebruikershandleiding
11