10
Alpha dynamo & Alpha Pro regelaar – Gebruikershandleiding
4.5.3
Stapsgewijze montage
1 Bepaal de montagelocatie van de dynamo.
2 Bevestig de montagebeugel met de bevestigingsbouten los aan de
motor. Plaats de montagevoet van de dynamo tussen de twee oren
(afbeelding 5, referenties A en B) op de montagebeugel met de
bevestigingsbouten van de dynamo. Let erop dat het oor aan de
achterkant van de dynamobehuizing zo moet worden bevestigd dat
het vrij in de richting van de pijl kan bewegen (zie afbeelding 5,
referentie A). Dit is om mechanische belasting door mogelijke hoge
temperaturen van de dynamo te voorkomen.
3 Zie Afbeelding 6. Lijn de dynamopoelie (3) uit met de aandrijfpoelie
van de motor (1) en draai de bevestigingsbouten van de beugel vast,
waarmee de montagebeugel (4) aan de motor is bevestigd.
4 Bevestig de dynamoafstellingsriem (afbeelding 5 en 6: referentie D) losjes aan het aanpassingsoor van de
dynamo (afbeelding 5, referentie C) met de bout, borgring en platte ring.
5 Span de V-riem alleen door druk uit te oefenen op de voorste behuizing van de dynamo en draai de bout aan
op het aanpassingsoor (afbeelding 5, referentie C). Stel de riemspanning in volgens de aanbevolen
specificaties van de riemfabrikant. Als de specificaties van de fabrikant niet direct beschikbaar zijn, stel de V-
riemspanning dan zo in dat de V-riem op de dynamoventilatorpoelie niet slipt wanneer u probeert de dynamo
met de hand te draaien.
LET OP!
De dynamo wordt permanent beschadigd als er druk op de achterste behuizing wordt
uitgeoefend. Span de V-riem door deze tegen de voorste behuizing bij de
dynamoventilator te drukken.
6 Draai alle resterende bevestigingsbouten van de dynamo vast en controleer alle andere bouten om de
installatie vast te zetten.
Afbeelding 5
Afbeelding 6: Uitlijning