3.2 Vlak, horizontaal
standvlak voor ko-
plampafstelapparaat
4 DLX
8PA 007 732-223
Om ervoor te zorgen dat met het
koplampafstelapparaat SEG 007
732-223 koplampen nauwkeurig
kunnen worden afgesteld, worden
aan het standvlak de volgende
eisen gesteld:
Door de handhendel te verstellen
moet de luchtbel in de waterpas in
de optiekkast van het koplampaf-
stelapparaat in de middelste stand
worden gebracht (indien nodig aan
beide koplampzijden). Daarvoor
moeten de beide asvergrendelings-
schroeven zijn losgedraaid. Na het
instellen moet de korte vergren-
delingsschroef met zeskantsleutel
SW5 worden vastgezet.
Voor metingen op het vlakke
standvlak – volgens DIN ISO 10604
– moet de handhendel worden
gecontroleerd, om na te gaan of de
nulstand is vergrendeld.
Nulstand:
Asvergrendelingsschroeven
losdraaien. Handhendel in de mid-
delste positie brengen, zodat direct
van boven de schroefdraadpen
voor de asvergrendeling zichtbaar
is door de boring in de handhendel.
Gebruik een zeskantsleutel SW5
om de schroefdraadpennen aan te
trekken en de M10-moeren vast te
schroeven.
9
Standvlak van
Personenauto's min. 4m / bedrijfswagens min. 8,5 m
het koplamp
afstelapparaat
kan worden vereffend
Bodemeffenheid conform
ISO 10604
Helling ten opzichte van hori-
zontale lijn <= mm/m
Tip:
Standvlakken van koplampaf-
stelapparaten moeten wor-
den uitgevoerd conform ISO
10604.