Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4.2 Opstellen

Het afstelapparaat wordt voor de
te controleren koplamp gereden.
Optiekkast op het midden van de
koplamp vastzetten. Afwijkingen in
de hoogte en naar de zijkant max.
3 cm. Raadpleeg deel 6.3 voor
apparaten met een positioneerhulp.
De afstand vanaf de voorzijde van
de optiekkast tot aan de koplamp
mag 30 tot 70 cm zijn (afbeelding
3).
Uitrichten van de optiekkast
ten opzichte van het voertuig
(met breedbandvizier)
Apparaten op wielen moeten voor
iedere te controleren koplamp
afzonderlijk worden uitgericht.
Apparaten op rails hoeven per
voertuig slechts eenmaal te wor-
den uitgericht. Zuilvergrendeling
losmaken. De optiekkast met het
breedbandvizier zodanig uitrichten,
dat de vizierlijn (sleuf) twee op
gelijke hoogte, symmetrisch aan de
voertuiglengteas liggende punten
(afbeelding 3) aanraakt. Zuilver-
grendeling vastdraaien, zonder de
uitrichting te veranderen.
Om het afstellen van het vizier te
vergemakkelijken kan het breed-
bandvizier na het losdraaien van de
klemschroef eenvoudig naar rechts
of links worden verschoven.
13
Hoogteverstelling van het
breedbandvizier
De punten op het voertuig waarop
het vizier is gericht, moeten duide-
lijk onder de vizierhoogte liggen.
Na het losdraaien van het hand-
wiel (linksom) kan de vizierhouder
op de zuil in hoogte worden
Afbeelding 4
versteld. Wanneer in uitzonderlijke
situaties bij bedrijfswagens en
bussen met een sterk gewelfde
voorzijde het uitrichten moeili-
jkheden oplevert, dient u met
een meetlood of ander geschikt
voorwerp het midden van de
koplampen op de ondergrond te
markeren om het vizier vervolgens
op deze punten uit te richten.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave