3
Bediening
3.6
Afkoppelen
Zet het voertuig op een vlakke en stabiele ondergrond.
Zorg dat de oplegger niet weg kan rollen.
Laat de trailersteunen overeenkomstig de handleiding dalen tot
de koppelschotel vrijwel onbelast is.
Haal de leidingen los.
Open de koppelschotel (zie hoofdstuk 3.3).
Rijd de trekker onder de oplegger vandaan.
De koppelschotel is automatisch weer rijklaar.
JSK 26 D
4
Onderhoud en inspectie
4.1
Onderhoudsinstructies
De opleggerplaat die verbonden wordt met de koppelschotel moet,
om een lange levensduur en een storingsvrije werking te garanderen,
voldoen aan de volgende voorwaarden:
max. 2 mm oneffenheid
glad en bij voorkeur groefvrij oppervlak zonder uitstekende
lasnaden (schaaf aanwezige bramen van groeven glad)
afgeronde of afgeschuinde voor- en zijkanten
volledige bedekking van het dragende deel van de koppelschotel
met een afdoende, op iedere toepassingssituatie afgestemde
versteviging.
Als de bovenkant van de koppelschotel, de sluiting, de
!
draailagers en de kingpin vóór ingebruikname en na iedere
reiniging met een effectief middel worden gesmeerd, zal hun
levensduur beduidend langer zijn.
Aanwijzing
Het reinigen van de koppelschotel kan afval geven met daarin stoffen
die schadelijk zijn voor het milieu. Wij wijzen u erop dat u bij de afvoer
van dit afval de relevante huidige voorschriften inzake afvalverwerking
van ieder land in acht dient te nemen.
4.1.1 Koppelschotel met handmatige smering
Verricht met korte tussenpozen, ten hoogste om de 5.000 km, de
volgende handelingen:
koppel af
reinig koppelschotel en opleggerplaat
vet koppelschotelplaat, sluitingen en kingpin in
vetspecificaties: hogedrukvet (EP), bijv. het JOST hoogkwalita-
tieve smeermiddel (art.-nr. SKE 005 670 000)
smeer de draailagers via de smeernippels
ZDE 199 002 136 – 05/2020
71