Als de machine is voorzien van bewakingsapparaten of -sensoren:
● Zorg ervoor dat de bewakingsapparaten correct zijn aangesloten en in een besturingssysteem
zijn geïntegreerd, zodat de machine wordt gestopt als de veiligheidsgrenswaarden overschre-
den worden, zie Elektrische aansluiting van de bewakingsapparatuur [➔ 23].
5.2
Aansluitleidingen/-pijpen
● Verwijder alle beschermkappen voor de installatie.
● Zorg ervoor dat de verbindingsleidingen geen druk veroorzaken op de aansluiting van de machi-
ne. Gebruik indien nodig flexibele verbindingsstukken.
● Zorg ervoor dat de diameter van de verbindingsleidingen over de gehele lengte minstens zo
groot is als de aansluitingen van de machine.
Bij lange verbindingsleidingen is het raadzaam om grotere diameters te gebruiken om een rende-
mentsverlies te voorkomen. Vraag advies aan uw Busch vertegenwoordiger.
5.2.1
Zuigaansluiting
Onbeschermde zuigaansluiting.
Risico op ernstig letsel!
● Steek uw handen of vingers niet in de zuigaansluiting.
Binnendringen van vreemde voorwerpen of vloeistoffen.
Risico op schade aan de machine!
Als het inlaatgas stof of andere vreemde vaste deeltjes bevat:
● Installeer een geschikt filter (5 micron of minder) stroomopwaarts van de machine.
Formaat van de aansluiting:
– G3"
(voor machines geproduceerd in Zwitserland met een serienummer beginnend met CHM1 ...)
– 3" NPT
(voor machines geproduceerd in de VS met een serienummer beginnend met USM1 ...)
Afhankelijk van de volgorde kunnen afmetingen van andere verbindingen van toepassing zijn.
Als de machine wordt gebruikt als onderdeel van een vacuümsysteem:
● Busch adviseert een afsluitklep te installeren om te voorkomen dat olie terugstroomt naar het
vacuümsysteem.
Instruction Manual R5 RA RC 0400-0630 C_NL_nl
WAARSCHUWING
OPMERKING
Installatie | 5
13 | 44