6 | Elektrische aansluiting
● Zorg ervoor dat de voeding voor de motor overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje van
de motor.
● Als de machine is voorzien van een stroomconnector, installeert u een beveiligingsinrichting voor
verliesstroom om personen te beschermen in geval van een isolatiestoring.
● Busch beveelt aan een type B beveiligingsinrichting voor verliesstroom te installeren, die ge-
schikt is voor de elektrische installatie.
● Zorg voor een vergrendelbare ontkoppelingsschakelaar of noodstopknop op de stroomleiding,
zodat de machine volledig is beveiligd tijdens een noodgeval.
● Zorg voor een vergrendelbare ontkoppelingsschakelaar op de stroomleiding, zodat de machine
volledig is beveiligd tijdens onderhoudstaken.
● Zorg voor een overbelastingsbeveiliging volgens EN 60204-1 voor de motor.
● Busch raadt aan om een D-curve stroomonderbreker te installeren.
● Sluit de aarding aan.
● Sluit de motor elektrisch aan.
Onjuiste aansluiting.
Risico op schade aan de motor!
● De elektrische schema's hieronder zijn standaard. Controleer de binnenkant van de aansluitkast
voor instructies/schema's voor de motoraansluiting.
6.2
Aansluitschema driefasemotor
Onjuiste draairichting.
Risico op schade aan de machine!
● Als de machine in de verkeerde draairichting wordt gebruikt, kan deze in een korte tijd stuklopen!
Zorg er voor de opstart voor dat de machine in de juiste richting staat.
● Bepaal de beoogde draairichting met de pijl (sticker of gegoten).
● Laat de motor kortstondig draaien.
● Kijk naar de ventilator van de motor en bepaal de draairichting net voor de ventilator stopt.
Als de draairichting van de motor moet worden gewijzigd:
● Wissel twee van de motordraden om.
Delta-aansluiting (laagspanning):
16 | 36
OPMERKING
OPMERKING
Steraansluiting (hoogspanning):
Instruction Manual R5 RA 0155 A_NL_nl