5 | Installatie
5
Installatie
5.1
Installatievoorwaarden
Gebruik van de machine buiten de toegestane installatievoorwaarden.
Risico op voortijdige uitval!
Verlies van efficiëntie!
● Zorg ervoor dat er aan alle installatievoorwaarden is voldaan.
● Zorg ervoor dat de omgeving van de machine niet explosiegevaarlijk is.
● Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voldoen aan de Technische gegevens [➔ 32].
● Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden voldoen aan de beschermingsklasse van de mo-
tor en de elektrische instrumenten.
● Zorg ervoor dat de installatieruimte of -locatie beschermd is tegen het weer en bliksem.
● Zorg ervoor dat de installatieruimte of -locatie is geventileerd zodat de machine voldoende wordt
gekoeld.
● Zorg ervoor dat de koelluchtinlaten en -uitlaten niet worden afgedekt of geblokkeerd en dat de
koelluchtstroom niet op andere wijze nadelig wordt beïnvloed.
● Zorg ervoor dat het oliekijkglas (OSG) goed zichtbaar blijft.
● Zorg ervoor dat er voldoende ruimte blijft voor onderhoudswerkzaamheden.
● Zorg ervoor dat de machine horizontaal wordt geplaatst of gemonteerd, waarbij een afwijking
van hooguit 1° in elke richting is toegestaan.
● Controleer het oliepeil, zie Olieniveau controleren [➔ 22].
● Zorg ervoor dat alle meegeleverde afdekkingen, kappen, etc. zijn gemonteerd.
Als de machine wordt geïnstalleerd op een hoogte van meer dan 1000 meter boven zeeniveau:
● Neem contact op met uw Busch-contactpersoon, het motorvermogen moet worden geredu-
ceerd of de omgevingstemperatuur moet worden gelimiteerd.
Als de machine is voorzien van bewakingsapparaten of -sensoren:
● Zorg ervoor dat de bewakingsapparaten correct zijn aangesloten en in een besturingssysteem
zijn geïntegreerd, zodat de machine wordt gestopt als de veiligheidsgrenswaarden overschre-
den worden, zie Elektrische aansluiting van de bewakingsapparatuur [➔ 17].
10 | 36
OPMERKING
~ 50 cm
~ 20 cm
~ 20 cm
~ 50 cm
Instruction Manual R5 RA 0155 A_NL_nl